Zowel de Duitse Leopard 2 als de Britse Challenger 2 tank zijn ongeschikt voor het slagveld in de Oekraine. Onlangs werd er een rapport van het Duitse ministerie van Defensie gelekt over de tekortkomingen van de Leopard 2.

De Leopard 2 is een technisch wonder, een voortzetting van Duitse Tiger-tank uit de Tweede Wereldoorlog: misschien wel de gevaarlijkste tank uit die periode. Leopard 2 heeft een zeer complex vuurleidingssysteem, een buitengewoon krachtige MTU-motor en een uitstekend 120mm gladloops kanon. Hij is echter zeer gevoelig voor drone- en “top”-aanvallen en zeer moeilijk te repareren als hij beschadigd of defect is. Daarnaast is hij, net als de Tiger uit de Tweede Wereldoorlog, zeer gering in aantal. Slechts 18 Leopard 2’s zijn er aan Oekraïne geleverd!

Het eerste probleem dat werd geïdentificeerd, is hoe moeilijk het voor Oekraïense soldaten is om deze tanks te repareren en ze gevechtswaardig te houden. Als de motor kapotgaat, moet hij honderden kilometers verderop in een gespecialiseerde werkplaats worden gerepareerd, terwijl de oude, eenvoudige motoren van de Russische tanks gemakkelijk door elke automonteur kunnen worden gerepareerd, indien nodig ter plaatse.

Ten tweede zijn deze miljoenen euro’s kostende tanks zeer kwetsbaar voor de alomtegenwoordige drones van $500, die ze in een alarmerend tempo vernietigen. De Leopard 2 en CR2 werden ontworpen toen er nog geen dronedreiging was. Zelfs tijdens de Slag om Cambrai in 1917 maakten de bemanningen zich grote zorgen dat de Duitsers handgranaten op het dak van de eerste tanks gooiden, waar het pantser het dunst was, en deze zouden vernietigen. Ze plaatsten er snel kippengaaskooien bovenop, wat deze dreiging effectief tegenging. Tot op zekere hoogte bieden de metalen kooien die nu op de Leopard 2 en CR2 worden gelast, wel degelijk bescherming tegen de drones, maar pas wanneer deze tanks worden uitgerust met de zich ontwikkelende verdedigingssystemen, waaronder meerdere antidronelasers en andere wapens, zal deze dreiging tot beheersbare proporties worden teruggebracht.

Het derde minpunt is ‘massa’, of simpelweg aantallen. De Duitsers verloren de Tweede Wereldoorlog omdat ze de massa die de geallieerden konden genereren niet konden evenaren. Zo produceerden de geallieerden in de latere fases van de oorlog zo’n 60.000 Sherman-tanks, die uiteindelijk de geavanceerdere en capabelere Tiger- en Panther-tanks overtroffen, omdat de Duitsers er maar een paar duizend van hadden. Ook de 18 Leopard 2’s en de 14 CR2’s die naar Oekraïne hebben gestuurd, vallen qua volume in het niet. Het rapport stelt wel dat de veel talrijkere, oudere en eenvoudigere Leopard 1’s effectiever zijn.

Ook de Britse Challenger 2 stelt erg teleur. Er zijn 14 van deze 71 ton wegende tanks naar de Oekraine gegaan. De 1.200 pk motor is te licht om de 71 ton in beweging te zetten waardoor de Challenger regelmatig vastloopt in de zachte bodem van de Oekraine.

De Challenger werd in 1990 ingezet in Bosnie en snel voorzien van additionele pantserdelen. Maar deze extra 3 ton wegende toevoeging maakt de tank in Oekraine nog minder mobiel. De Oekrainers hebben lichtgewicht pantser aan de meest kwetsbare plekken toegevoegd.

Daarnaast is het kanon van de Challenger 2 – een L30 120 millimeter – een probleem. In tegenstelling tot de gladde kanonnen op hedendaagse westerse tanks is de L30 voorzien van een getrokken loop. De munitie is niet compatibel met andere tankkanonnen, dus de Oekraïners moeten een apart logistiek systeem aanhouden om de 13 Challenger 2’s te laten schieten.

Terwijl een gladloops L44-tankkanon een levensduur heeft van maximaal 1500 schoten, verslijt een getrokken L30A1 na 500 schoten. Dit is vooral problematisch omdat de 82e Brigade – blijkbaar bezorgd dat hun tanks vast zouden lopen – ze kilometers achter de frontlinie heeft gehouden en ze als mobiele houwitsers gebruikt.

De Challenger 2 en Leopard 2 zijn nauwelijks de moeite waard om te onderhouden en aan te passen. En om ze weg te slepen als ze vastgelopen zijn.