Het was veertig jaar geleden sinds ik het woord Kurus voor de laatste keer gehoord had, maar gisteren was het er weer in de straten van Istanbul, waar een vrouw papieren zakdoekjes verkocht voor tien kurus per pakje.

Daarmee werd ogenschijnlijk het prijspeil bereikt dat van kracht was in 1962, toen een glas thee twintig kurus kostte en een hotel dertig lira.

De lage prijzen die vanaf een januari van dit jaar van kracht zijn, danken hun bestaan echter niet aan een inflatieloze Turkse economie, maar aan het feit dat op 1 januari jongstleden zes nullen verdwenen: een miljoen lira werd een lira en tienduizend lira werd dus gelijk aan een kurus. In ruim veertig jaar was het prijspeil met circa honderd miljoen procent gestegen!

Na deze zuivere cosmetische monetaire operatie is het rijke gevoel verdwenen, dat de bezoeker beving bij het aanschouwen van al die miljoenen.

Of daarmee een einde komt aan de hoge inflatiecijfers in Turkije, staat echter te bezien. Mocht de inflatie de komende jaren niet wederom de kop op steken, dan bestaat er in ieder geval geen verband met de zuiver cosmetische operatie van het schrappen van zes nullen.

Weinig zaken zijn zo onrechtvaardig als inflatie: het geld dat men aan het begin van het jaar in de zak heeft, is aan het einde van het jaar, en in sommige landen aan het einde van de week, minder waard geworden: het verlies is gestolen door de overheid die nog nooit iemand gecompenseerd heeft voor deze ernstige vorm van diefstal die een permanent karakter draagt.

(P.S. Onder de s van Kuros hoort een cedille.)