Door creatie van het pejoratieve woord smokkel tracht de overheid stemming te maken tegen als crimineel bestempelde personen die al dan niet tegen betaling, maar zonder toestemming van de overheid, hulp verlenen aan personen die een grens willen oversteken zonder in het bezit te zijn van een door een overheid verstrekt paspoort of visum.

Mensensmokkelaars zijn bij voorbeeld:

  • personen die hulp verlenen aan Noordkoreanen die een bevroren rivier willen oversteken naar China
  • personen die gedurende de tweede wereldoorlog Joden door het bos de weg wezen naar Zwitserland
  • personen die Tibetaanse vluchtelingen de grens overhelpen naar Nepal en Dharamsala.
  • personen die op de luchthaven Schiphol grensoverschrijdende hulp verlenen aan reizigers wier visumaanvrage door de Nederlandse overheid is afgewezen

Het is echter de Nederlandse overheid zelve die door het creeren van onredelijke barrieres de zogenaamde mensensmokkel in de hand werkt.

De Nederlandse ambassades zijn namelijk bemand met veelal racistische ambtenaren die liever lui dan moe zijn en zich verre verheven voelen boven de bevolking van het land waar zij hun werkzaamheden verrichten.

Liever dan visa uit te delen, faciliteren zij het op kosten van de belastingbetaler uitbetalen van enorme bedragen aan ontwikkelingshulp, waarvan meestal slechts 10 tot 20 procent ter plaatse aankomt.

De handel in visa kan voor de heren ambassadeurs en hun staf echter wel een aantrekkelijke zaak zijn: wat bij menige ambassade aan de voordeur met tegenzin verstrekt wordt tegen betaling van 30 euro, vliegt de achterdeur uit a raison van 3000 tot 5000 euro.