Nog een paar weken, en dan mogen we stemmen over de nieuwe EU-grondwet. Velen vragen zich af wat nu de belangrijkste veranderingen zijn die dit enorme stuk tekst teweeg kan brengen.
De voornaamste daadwerkelijke verandering die deze grondwet te bieden heeft is simpelweg gelegen in de doelstelling. De EU verlegt met dit verdrag niet alleen letterlijk haar grenzen, ook figuurlijk worden de grenzen opgerekt. Waar ooit het doel was om in harmonie samen te werken met de buurlanden, is het doel nu expliciet de totale éénwording van Europa. Om het in de woorden van Guy Verhofstad te stellen: “De Grondwet is de sluitsteen van een Europese Federale Staat”.
Geen zinnig mens heeft goede argumenten tegen samenwerking binnen Europa. Van kinds af aan worden we grootgebracht met het idee dat samenwerken altijd goed is. Eénwording is echter van een totaal andere orde dan samenwerking. De grondwet, die de éénwording een forse stap naderbij brengt, is dan ook het beste te vergelijken met een huwelijk, en dan ook nog een huwelijk in gemeenschap van goederen. En zo’n huwelijk heeft alleen kans van slagen als de huwelijkspartners op gelijkwaardige basis het huwelijksbootje instappen.
<%image(20050414-EUNEE.jpg|797|238|Stem tegen!)%>Die gelijkwaardige basis is ver te zoeken binnen het verband van de EU. Veel lidstaten torsen de erfenis van een allesverwoestend communistisch bewind met zich mee. Een erfenis die zelfs het economisch zo machtige Duitsland sinds de hereniging niet heeft weten weg te poetsen. Maar ook westerse landen zoals Frankrijk en Italië komen schoorvoetend tot inzicht dat hun te ver doorgeslagen verzorgingsstaten op de langere termijn bedreigd worden door vergrijzing in combinatie met een stagnerende economie.
Nederland is, ondanks de vaak sombere berichten die Gerrit Zalm de wereld in brengt, samen met Luxemburg het enige land dat een forse bruidsschat meebrengt naar dit huwelijk. En daarbij als extraatje tevens de zeggenschap over dat opgebouwde kapitaal weggeeft.
Het federaal Europa waar deze grondwet op aanstuurt wordt door de voorstanders voornamelijk gebracht als het Europa van nieuwe kansen. Maar waar kansen zijn, liggen uiteraard ook de nodige bedreigingen op de loer. En juist die bedreigingen dienen niet zomaar weggewuifd te worden.
De voornaamste bedreiging ligt in mijn ogen in het geopolitieke machtsblokdenken dat vooral de grootmachten binnen Europa typeert. Een federaal Europa krijgt meer macht op het wereldtoneel, maar het is de vraag hoe die macht gebruikt gaat worden. De Fransen bijvoorbeeld staan overduidelijk te popelen om het machtsblok Europa keihard in te zetten tegen de Amerikanen, één van Nederlands’ belangrijkste handelspartners.
De vraag daarbij is of wij Europeanen zitten te wachten op een wereldomspannende machtsstrijd tussen de VS, Europa en eventueel China. Met de koude oorlog nog vers in het geheugen is het niet moeilijk te bedenken hoe destructief zo’n machtsstrijd met de VS kan uitpakken. Ook al zou zo’n machtsstrijd zich beperken tot een economisch conflict, juist dan zal ons handelsland extra zwaar worden getroffen.
Verder is er het levensgrote risico van het terrorisme dat de kop op zal steken. Op één of andere manier willen volkeren altijd zelfbeschikking, dat heeft de geschiedenis meer dan voldoende uitgewezen. Het recht op zelfbeschikking staat niet voor niets in het handvest der Verenigde naties.
Dicht bij huis hebben we die wetmatigheid gezien in voormalig Joegoslavië. Een bloedige burgeroorlog in een land dat 40 jaar lang één was, en relatief welvarend. Tóch brak die oorlog uit. Nog dichter bij huis zien we de escalerende strijd tussen Walen en Vlamingen. Ook die leven al sinds ruim anderhalve eeuw vreedzaam samen, maar de spanningen lopen zienderogen op. Ook Tjetjenië, Koerdistan, Canada, Rwanda, Spanje, Atjeh, Ierland en zo nog een hele rij landen hebben te maken met deze spanningen. Al deze landen en gebieden hebben één gemene deler: meerdere volken binnen de grenzen. En dat loopt vrijwel altijd fout.
Of er nu welvaart is zoals in Canada, of armoe zoals in Rwanda, of er nu sprake is van enkele jaren samenleven of eeuwen, uiteindelijk staan er altijd groepen op die zelfbestuur en zelfbeschikkingsrecht gaan opeisen. En meestal doen ze dat met het nodige geweld.
Al met al zijn er zo veel twijfels over de gevolgen, het nut en de noodzaak van deze grondwet, dat alleen al die twijfel reden genoeg is om “nee” te stemmen bij het aankomend referendum op 1 juni. Of dat veel zal uitmaken is natuurlijk de vraag, want zoals Jean-Luc Dehaene, mede samensteller van de grondwet, sprak over de diverse referenda: “Indien het antwoord ‘Nee’ is, zal de stemming waarschijnlijk opnieuw moeten plaatsvinden, omdat het absoluut ‘Ja’ moet zijn.” U weet wat u te doen staat.
Prima artikel. Je zou toch zeggen, dat een klein beetje verstand en kennis of levenservaring al voldoende moeten zijn om dit verdrag af te stemmen. Men moet ofwel heel erg naief, ofwel volkomen te kwader trouw zijn om er ja tegen te zeggen.
Uitstekend stuk. Hopelijk bereikt dit verhaal voldoende ‘naïeven’ om hen de ogen te openen.
Waarschijnlijk is het net te lang om als ingezonden brief (of als gast-column) in de Metro te komen? Misschien toch maar proberen! Daar bereik je wel een groot publiek mee.
Dit artikel slaat totaal de spijker op zijn kop. Eindelijk weer eens eentje die schrijft over de 2 stromingen binnen de EU waar nu de supra-nationalisten met die grondwet de boventoon voeren. Er is er een van samenwerking alleen, en het is misgegaan. Inderdaad, liever geen machtsstrijd voor een handelsland.
Comments are closed.