Er was eens, in een land niet ver van hier, een directeur van een middelbare school. De goede man hoorde op een dag een politieke discussie aan tussen drie van zijn wiskundedocenten. De één was een zuivere communist, de ander een sociaal-democraat, en de derde was een overtuigd kapitalist.
De communist vond uiteraard dat alle inspanningen van alle mensen op één hoop gegooid moesten worden, en dat daarna eerlijk tussen iedereen gedeeld moest worden. Dat was het allereerlijkste.
De sociaal-democraat was het daar niet mee eens. Alles verdelen was mooi, maar toch vond hij dat er best een beloning mocht bestaan voor uitzonderlijke prestaties. Maar uiteraard mochten de zwakkeren daar niet de dupe van worden.
De kapitalist kwam bij de anderen over als een hardvochtig iemand, want hij vond dat iedereen gewoon op zijn eigen prestaties beoordeeld moest worden, en daar een overeenkomstige beloning voor zou moeten krijgen.
Deze discussie leek geen einde te krijgen, en de sfeer in de lerarenkamer werd er niet beter op. Dus besloot de directeur dat de docenten hun favoriete systeem maar eens een jaartje in praktijk moesten brengen. Alle drie kregen ze hun eigen eindexamenklas, en de winnaar zou diegene zijn die aan het eind van de rit zijn leerlingen de hoogste cijfers liet halen.
De communistische docent besloot om in goede communistische traditie voortaan iedereen een cijfer te geven dat gelijk was aan het gemiddelde van alle cijfers.
De andere docent besloot om voortaan iedereen minimaal een 6 te geven. Zo waren er geen drop-outs, en volgens zijn ideologie zou iedereen toch wel voldoende gemotiveerd zijn. Er bleef wel een beloning bestaan voor leerlingen die beter konden, zijn konden een zeven,acht, negen of zelfs een tien halen!
De derde docent, een beetje conservatief, besloot om alles te houden zoals het was, en ieder individu op zijn eigen kennis te beoordelen.
Docent 1 kwam er snel achter dat de goede leerlingen steeds minder gingen presteren. De slechte ook trouwens, want zij konden het gemiddelde toch ook niet opkrikken. Uiteindelijk deden sommigen, uit pure interesse, nog wel iets, maar echt veel kwam er niet meer uit de leerlingen. Velen kwamen niet eens meer de les volgen. Het gemiddelde cijfer daalde bij ieder proefwerk.
Docent 2, tja, hij kon aan iedere collega laten zien dat niet één leerling een onvoldoende haalde. Sommige goede studenten deden nog flink hun best om een zeven of hoger te scoren, de meesten deden weinig tot niets, die zes haalden ze toch wel binnen. Ook hier daalde de gemiddelde score fors.
En juist bij docent 3 waren er inderdaad een paar leerlingen die onvoldoendes haalden, maar het gros werkte hard, deed zijn best, en haalde steeds hogere cijfers. En er waren zelfs goede leerlingen die de mindere goden vrijwillig gingen helpen met bijles om te zorgen dat ze ook betere cijfers zouden halen. Niet uit eigenbelang, maar puur omdat ze steeds meer interesse in het vak kregen.
Met als gevolg een steeds beter gemiddelde, en sommige leerlingen gingen vragen om de stof wat te verzwaren.
Op de examendag was het al snel duidelijk. De leerlingen van docent 3 staken met kop en schouders boven hun collega’s uit. Ze haalden niet alleen een veel hoger gemiddelde, ze bleken ook nog eens enthousiaster te zijn. Terwijl de andere groepen worstelden, en sommigen nog wel een zesje of zeven scoorden, maar de meesten nog net een vijf wisten binnen te halen.
De directeur riep de docenten bij elkaar, en liet hen de cijfers zien. De kapitalist scoorde op alle fronten beter, en werd tot winnaar uitgeroepen. De anderen vonden het geen eerlijke vergelijking. Zij stelden dat hun systeem duidelijk beter was, omdat de onderlinge verschillen bij hen zoveel kleiner waren. Bij de kapitalist hadden er immers een aantal een tien gescoord, terwijl anderen slechts een vijf hadden. Daar had de kapitalist toch écht iets aan moeten doen.
Dat een vijf bij de anderen het gemiddelde was werd voor het gemak maar vergeten. Uiteindelijk werd de directeur ervan overtuigd dat de leerlingen maar mochten kiezen over wat zij het liefste wilden. Democratie deed zijn intrede. En, niet verbazingwekkend, de leerlingen vonden in grote meerderheid het sociaal-democratische systeem het beste. Daarin hoefden ze immers niks te doen om voldoendes te krijgen, en ze konden indien gewenst toch een iets beter cijfer halen.
De laatste berichten over deze school zijn verontrustend. Afgestudeerde leerlingen hebben vrijwel geen vaardigheden, terwijl allerlei kansarme leerlingen van andere scholen dolgraag deze school willen bezoeken. Goede studenten proberen steeds meer naar een andere school te verhuizen waar hun capaciteiten meer gewaardeerd worden.
De school zelf is bezig te fuseren met andere, deels vergelijkbare, scholen. Want een grote scholengemeenschap biedt heel veel voordelen, zo zegt de directie. Welke dat zijn wordt nog niet duidelijk gemaakt, maar zonder fusie zal de school in een diep dal komen, zo bezweert men. Alleen de docenten zijn erg gelukkig met die fusie. Zij hoeven weinig moeite te doen, en krijgen hun salaris keurig overgemaakt. Ook zij roepen iedereen op om vóór de fusie te stemmen. Al was het maar omdat de kans dat ze dan ergens conrector kunnen worden dan toeneemt. Maar dat vertellen ze er meestal niet bij.
Perfect!
De ellende is dat dit ook zo in de praktijk is gebeurd.
Docent 3, die in de ‘vernieuwingsjaren’ stug volhield, omdat hij resultaten had, heeft jarenlang veel hoon moeten verduren.
Een mooi voorbeeld hoe democratie verwordt tot een progressief degenererend (terminaal) virus als zij voor de verkeerde zaken wordt gebruikt. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken welk systeem het beste is en in welke hij/zij het liefste wilt leven; democratie zorgt in dit voorbeeld voor een perverse vorm van opgelegde solidariteit.
ps: sociaal-democratie is mijns inziens taalkundig een tautologie, met de invulling die progressieve geesten er de laatste decennia aan gegeven hebben is het een contradictio in terminis geworden, bravo!
Ik herken het verhaal perfect. Ik heb toevallig voordat ik mijn eigen onderwijstoko ben begonnen een aantal jaren voor de klas gestaan, je werd inderdaad afgerekend op het feit dat er nietsnutten waren die een 3 scoorden, dat de overige 85 % van de kinders ruim boven de 7 scoorden vond men niet zo interessant. De gemiddelde mentaliteit van docenten op die school is overleven, vooral niet proberen de kinders iets te leren en (te) soepel cijferen, waarna je de cijfers toch wel ziet kelderen. De school is verder een anarchistische puinzooi………… Schitterend hoe het gegeven eigenlijk zwaar overeenkomt met de gang van zaken rond het referendum. Bij deze bookmarked.
die grondwet wordt klote
Comments are closed.