Vrijheid wordt nog al eens besmet met de beschuldiging van imperfectie, onvolkomenheid en inefficiëntie. Deze smet moeten we hard weg boenen met de ruwste schuurspons die we in onze badkamer hebben. Deze smet is namelijk de exponent van vrijheids grootste antagonist, de vooronderstelling. Zoals Rand bij monde van haar personages al waarschuwde de premissen te controleren, moeten wij waken voor mensen die dit niet doen.

Een van de krachtigste middelen, alsmede een welbekende drogreden, in de bedriegerij, is de Stroman. De stroman veronderstelt zekere aannemelijke edoch bij nader onderzoek verwerpelijke premissen voor de discussie. Zo veronderstelt de schrijver van mijn economieboek, wanneer hij een monopolie als imperfect resultaat van de vrije markt betitelt, héél wat over hetgeen nu ‘imperfect’ is. Een monopolie zou de monopolist onevenredig veel macht geven en is dus imperfect. Nu vraag ik u, wat is ‘onevenredig’? Op welke basis is iets onevenredig? Wat is dus imperfect? Op welke basis is iets dús imperfect?
Terwijl u nadenkt, is hier alvast mijn antwoord op alle vragen: “Elke situatie waarbinnen de individuele soevereiniteit gewaarborgd is, is impliciet immuun voor imperfectie dan wel onevenredigheid.”

Als een monopolie al enige tijd als zodanig kon voortbestaan binnen een vrije markt – hetgeen onwaarschijnlijk is gezien de meestal gemakkelijke toetreding op de vrije markt – zou deze monopolie nog altijd gerechtvaardigd zijn. Geen individuele soevereiniteit wordt geschonden. Als Keynes gelijk zou hebben en laissez-faire zou leiden tot massale werkeloosheid op korte termijn, zou dit nog altijd niet ‘imperfect’ zijn; de individuele soevereiniteit blijft gewaarborgd.

De realiteit is echter dat economische vrijheid wel degelijk het algemeen belang dient. Echter, dit is secundair aan het individueel belang dat hiermee gemoeid is. Om mij nog aan een laatste hypothese te wagen: als de vrije markt tot de ondergang van de wereld zou leiden, “don’t care, laissez-faire!”, dan zijn we tenminste nog écht vrij tot aan deze ondergang.

Sterven voor de vrijheid, is onverstandig; Onderdrukt sterven is vrij jammer; vrij sterven is een zonde om trots op te zijn.

3 REACTIES

  1. "Elke situatie waarbinnen de individuele soevereiniteit gewaarborgd is, is impliciet immuun voor imperfectie dan wel onevenredigheid."

    Dit is ook een vooronderstelling, alleen een andere dan die van de "antagonisten v/d vrijheid".
    Heeft ook met waardenhiërachie of voorkeur te maken. Daarom zien sommige mensen niet de inconsistente, en checken ze of willen ze hun premissen niet checken. Het is dus niet zozeer dat ‘de vooronderstelling’ de smet is op de vrijheid. Anders zou bovenstaand citaat dat ook zijn en ben je zelf in een inconsistentie beland.

    Over je economielessen wil ik nog wel dit kwijt. Blackboard economics is ‘handig’ om mensen bepaalde economische regulariteiten te leren (laten kennen/herkennen). Voor de rest heeft het vrij weinig met de economische realiteit te maken. (Laat staan als je er nog Pareto-achtige welfare economics op toe gaat passen.)

  2. "Als Keynes gelijk zou hebben en laissez-faire zou leiden tot massale werkeloosheid…"

    Let op het verschil tussen werkloosheid en werkeloosheid.

    Vb. Een ambtenaar is niet werkloos maar wel werkeloos.

  3. Er is wel een sterker weerwoord op de monopoliekritiek te leveren dan de wat zwakke contestable markets theorie.
    Het resultaat van de klassieke monopoliemodellen is namelijk het gevolg van de assumptie van lineaire prijsschema’s, dat wil zeggen dat een aankoop van100 stuks evenveel kost als 100 maal 1 stuk [P(100q)=100*P(1q)]. Als je echter non-lineaire prijsschema’s toelaat, dan kun je een scheiding van typen bewerkstelligen. Dat wil zeggen, mensen met een grotere voorkeur bekennen dit tegenover de producent in ruil voor een beloning (information rent), waardoor de producent in theorie iedereen de juiste hoeveelheid zou kunnen aanbieden. Hoewel de allocatieve efficientie van een dergelijk mechanisme aanzienlijk hoger is dan dat van een lineair prijsschema, is er evenwel nog steeds sprake van een sub-optimale allocatie. De producent zal namelijk een afweging maken tussen de informatie rent die hij aan het ene type moet betalen, en de inkomsten uit de andere typen. De informatie rent is namelijk een functie van de consumtie door lagere typen, daar dat consumptieniveau het alternatief is voor het efficiente type.
    Kortom, het monopolieresultaat zoals we dat op school hebben geleerd is niet alleen achterhaald, maar vooral het gevolg van de assumpties van het model!

    Deze verdediging is m.i. beter dan een beroep op de chicago leer. Zo zien we het voorspelde gedrag ook terug in de dagelijkse praktijk van quantum kortingen (4 voor de prijs van 3), terwijl aan de voorwaarden voor een contestable market, danwel vrije toe- en uittreding zelden voldaan is.

    Overigens denk ik dat de verwijten van imperfectie weinig inzichtvol zijn. Ten eerste moet men dan onderscheid maken tussen theorie en praktische implementatie. In theorie zou vrijheid nog wel perfect kunnen werken, gegeven de juiste instituties. In de praktijk zal dan niet het geval zijn, nog afgezien van de vele verschillende manieren waarop je vrijheid kan implementeren. Ten tweede en belangrijker is de vaststelling van imperfectie, indien juist, weinig inzichtvol omdat je hier alleen iets aan hebt als je de relatieve imperfectie kunt vaststellen. Als vrijheid niet perfect werkt, werkt zij dan op zijn minst het beste vergeleken met alle andere systemen? Ik denk van wel.
    Een illustratie van dat laatste is de regel uit de rechtseconomie dat je alleen dan tot overheidsingrijpen moet overgaan als het marktfalen groter is dan het overheidsfalen. Deze regel erkent dat beide systemen niet perfect werken, en voorkomt dat een gedeeltelijke observatie (de markt werkt niet) leidt tot ongewenst ingrijpen (de overheid werkt nog slechter).

    @ Arend
    Hoe kom je bij het weinig toepasbare karakter van economie? Ik zie in de praktijk dagelijks situaties en gedragingen die zeer goed te verklaren en voorspellen zijn met behulp van de economische wetenschap.

Comments are closed.