Hoewel Winston Churchill het, in de ogen van de meeste libertariërs, met de democratie bij het verkeerde eind had, duldt de kritiek die hij leverde op dit machtssysteem geen omissie. Kenmerkend voor deze kritiek en Churchills persoonlijkheid is zijn bekende stelling dat het beste argument tégen de democratie een gesprek van tien minuten met de gemiddelde kiezer is.
Op basis van onder andere deze stelling, formuleerde hij een al even bekende stelling: “Democracy is the worst form of government except all those other forms that have been tried from time to time” Nu bent u wellicht geneigd dit tegen te spreken; dat was ik in ieder geval, de eerste keer dat ik het hoorde wél. Echter, toen ik de woorden wat meer aandacht schonk, werd mijn hart gerust gesteld. Mijn achting van Churchill blijft onaangetast.
Het bewuste moment dat ik deze twee citaten overdacht, zag ik een mogelijkheid die Churchill niet had uitgesloten en die de ogenschijnlijk tegenstrijdige citaten verenigt. Als een van de belangrijkste nadelen van de democratie de, zacht uitgedrukt, nonchalance van de kiezer is, en nieuwe pogingen een stabiele en rechtvaardige staatsvorm te ontwikkelen niet zijn uitgesloten, is wellicht een democratie zónder die nonchalance een tenminste praktische oplossing. De vragen die we dan moeten beantwoorden vloeien hier moeiteloos uit voort maar we moeten eerst een onderliggende vooronderstelling bekijken:
Democratie is nodig…?
Met grootste verachting voor mijzelf, zie ik mij genoodzaakt hier ‘ja’ op te antwoorden. De keuze is – en daar duidde Churchill al op – beperkt tot verschillende noodzakelijke kwaden. We kunnen opteren voor een samenleving waarin de bevolking geen zeggenschapsrecht heeft, in opstand komt en vervolgens onderdrukt wordt of overgaat naar een ander regime; we kunnen, in kleine gemeenschap, anarchie in vreedzame vorm creëren maar wanneer de groep groeit ontstaan er machtsbelangen en scheuren; of we kunnen een (minimale) overheid met een uitlaatklep voor het volk instellen. Zullen we maar zeggen, om het budget voor de ME binnen de perken te houden. Samenvattend: om de simpele reden dat ‘het volk’ een schijnbaar natuurlijke drang heeft van tijd tot tijd te zeuren met de illusie van macht en het feit dat er van ‘het volk’ nogal veel zijn, moet er een compromis tussen rede enerzijds en machtwellust anderzijds gefabriceerd worden. Als het gelijk niet in het absolute ligt, rest enkel nog de nuance.
Goed, we gaan een staat oprichten. Democratie is een noodzakelijk kwaad waar we zoveel mogelijk rationele elementen in proberen aan te brengen. Nu kunnen we de eerste van de vloeiende vragen dan eindelijk stellen:
Hoe geven we vorm aan deze staat?
Wie eerder tussen de regels las dat ik voorstel de onnozelheid van de kiezer te beperken, zat niet ver van de waarheid. De kiezer lijkt echter niet voornemens zijn onnozelheid in de nabije toekomst van de hand te doen. Daarom proberen we niet de onnozelheid maar de vat die deze op de maatschappij heeft, te beperken.
Echter, voor ik hierover verder uitwijd, moet verduidelijkt worden voor welke specifieke staatsvorm dit systeem geschikt is. Zoals al bij aanvang bemerkt is democratie, in een land van enig formaat een noodzakelijk kwaad. In dit land – zo u wil een land met een minimale overheid – is de wetgevende macht grondwettelijk sterk beperkt, is de uitvoerende macht beperkt tot een staatsconciërge, stil werkend op de achtergrond. Hier fungeert de democratie als marktmechanisme, via welke de vraag naar conciërgediensten wordt beantwoord door concurrerende interim managers (nu: politici). De vraag moet, gezien de belangen echter wel geïnformeerd zijn en daarom wordt een examen van basaal niveau verbonden aan het kiesrecht. Dit examen test enkel of de kiezer in staat is een geïnformeerde keuze te maken. Daar de rede toegang biedt tot tijdloze objectiviteit, dient deze als leidraad voor het examen te gelden, waarmee elke expressie van macht in de maatschappij er een van rede wordt; zij het in de vorm van een vrije markt of in een rationeel electoraat. Een, noodzakelijk kleine gemeenschap van vrijwillig anarcho-kapitalisme is altijd nog wenselijker maar is ietwat lastiger doch niet onmogelijk in de praktijk te brengen.
Uiteraard moeten, ook bij een censusdemocratie op basis van politieke kennis, enkele nadelen voor lief genomen worden. Zo is de waarde van gelijkheid voor de wet, welke toch ook wel liberaal genoemd mag worden, enigszins in het geding. In ideologische beantwoording hierop, zou ik echter bemerken dat de mens in zijn rationaliteit inherent ongelijk is en dat – ratio als hoogste deugd erkennende – dit wellicht een ondergeschikt belang moet zijn. Tevens zij bemerkt dat de intentie van dit censuskiesrecht niet onderdrukking van een groep is, deze zou grondwettelijk zeer goed te beperken zijn. Noch is de intentie van dit systeem deze zelfde groep tegen zichzelf te beschermen. De intentie is simpelweg de gehele samenleving, ondanks die verdomde democratie, te vrijwaren van ‘SBS-6-kiezers’ en hun aangeboren onnozelheid.
Tenslotte voor de fervente democraat nog iets om, hoogstwaarschijnlijk met tegenzin, over na te denken. Weet u toevallig nog hoeveel kiezers bij de afgelopen landelijke verkiezingen, die in 2001 LPF hadden gestemd, op de Socialistische Partij stemden? Zijn dit rationele kiezers of wilt u soms zeggen dat vele tienduizenden in slechts enkele jaren een totale oprecht ideologische ommezwaai hebben gemaakt?
Als je de rol van de staat terugbrengt tot defensie en gerecht (politie en gevangeniswezen zouden beide aan de markt overgelaten worden) dan valt er nog maar weinig te beslissen. Dus dan is de onozelheid van anderen niet zo erg. Democratie is slechts vervelend parasieten zich een weg in de portemonnee van productieven kunnen stemmen, maar als het slechts gaat over een mini-begroting voor defensie en justitie dan is democratie zo erg nog neit.
Maar zelfs dan kan je de problemen ondervangen door een soort van cijnsstelsel, waarbij je stem zwaarder weegt naarmate je meer belasting betaalde en dan komt er vanzelf wel een evenwicht want de veelbetalers zullen hun invloed aanwenden om het belastingsysteem te hervormen, maar als ze die positie zouden misbruiken om bv. alleen de armen een lumpsum tax op te leggen en zelf geheel van belasting vrijgesteld te zijn, dan kunnen ze de volgende keer helemaal niet stemmen en dan kunnen de lumpsumbetalers het systeem weer omdraaien etc.
M.a.w. door stemrecht afhankelijk te maken van betaalde belasting, zou je tot een marktevenwicht voor de machtsverhouding kunnen komen. Bovendien kan je het systeem ook verder perfectioneren door de stemmen (bv. 1 stem per 4000 betaalde belasting in de afgelopen 4 jaar) via een site als ebay te verhandelen. Zodoende kunnen mensen die er veel aan gelegen is hun zegje te doen stemmen bijkopen en cynici die menen dat hun stem toch geen invloed heeft, kiezen voor direct gewin ten koste van hun invloed op de mini-staat.
Hoe de huidige generatie politici en andere parasieten met vlag en wimpel voor dergelijke examens zullen slagen laat zich raden. De niet zo geletterde man-in-the-street die voelt dat-ie genaaid wordt maar de vinger niet op de zere plek kan leggen zal zich niet kwalificeren.
Nog iets:
Wie stelt de examens op? Wie bepaalt de criteria waaraan ‘de kiezer’ dient te voldoen?
Leuke gedachte-exercitie, maar ik zie het niet gaan werken.
[1] Eveneens een leuke theoretische exercitie. Te vrezen valt echter dat de census-kiesgerechtigden net als nu zeer wel in staat zijn hun belangen zodanig te behartigen dat zij hun zakken voldoende kunnen vullen om glimlachend de vereiste cijns te voldoen.
Daarmee wordt de minvermogende geheel buiten invloed gesteld, zodat in een dergelijk systeem minimaal de vrijheid van wapenbezit zou moeten bestaan, conform de Amerikaans Constitutie en de Bill of Rights. ‘Het volk’ moet een middel houden om zich tegen slavernij en uitbuiting te kunnen verzetten.
Zoals ik al ergens op een Amerikaans blog las is er een reden waarom in de States geen rellen met autobranden e.d. plaatsvinden, zoals hier in Europa. Die is simpelweg dat zo’n brandstichter dat slechts één keer zou kunnen doen, als de eigenaar ziet hoe zijn bezit vernield wordt…
Het probleem is niet democratie, want dat is onvermijdelijk. Ook in een anacrhistische wereld zal men beslissingen maken waar niet iedereen het eens is. Men zal vrijwillig maar ook noodgedwongen verbintenissen aan gaan waarbij beslissingen daarna over een onderwerp via meerderheid van stemmen gaan.
Denk aan de VVE van een appartementencomplex. Maar je zult het ook hebben in een wijk waar gemeenschappelijk de straat en verlichting geregeld worden. Meerderheid van stemmen zal prefaleren tegen volstrekte unanimiteit. Ongetwijfeld zullen er vast sommige beslissingen met unanimiteit genoemen worden, maar veel anderen weer niet.
En nieuwe herziende afspraken maken zal ook enkel gaan met meerderheid. Verhuizen geeft geen oplossing, want je kotm enkel in een nieuwe straat of VVE terecht.
Ik beweer dat het verschil met de staatdemocratie enkel is welke beslissingen genomen worden op welk niveau. De VVE gaat over het appartement en niets meer. De overburen hebben geen inspraak. Wel hebben de overburen inspraak over de verlichting waar we gezamelijk iets afgesproken hebben.
Grote probleem van de democratie is dat er groepen mogen meebeslissen over onderwerpen waar er geen gemeenschappelijk belang is. Bijvoorbeeld iemand in Amsterdam beslist mee over woningwetgeving in Maastricht. Democratrie werkt, zolang belissingen zo laag mogelijk genomen worden. Problemen ontstaat pas wanneer iets een niveau te hoog opgetrokken wordt en zaken geregeld worden op een te hoog niveau.
Alles IMHO uiteraard 🙂
Comments are closed.