Vorige keer heb ik uiteengezet wie rechten kan verwerven.

Deze week wil ik het hebben over hoe dat gebeurt.



Om een initieel recht op het gebruik van een fysieke zaak te verwerven moet men de zaak gebruiken zonder een vooraf bestaand recht te schenden. Aangezien hiertoe een verandering (of een handeling die verandering tegenhoudt) vereist is, kan niemand een recht op de maan, een eiland, een continent verwerven door eenvoudigweg de eerste te zijn die het ziet. Er moet voldoende verandering zijn om ermee een waarde te verwezenlijken, maar de verwezenlijkte waarde moet geen ultieme waarde zijn. Wanneer je enkele schelpen opraapt met als doel er een halsketting van te maken om aan een vriendin te schenken, dan is het vasthouden van de schelpen de eerste in een reeks van waarden die door de schelpen gediend zullen worden. Bij iedere bereikte waarde worden de schelpen gebruikt voor het bereiken van de volgende waarde, en dit proces duurt voort zo lang iedere volgende gebruiswijze niet conflicteert met eens anders rechten.

Als je jezelf een stuk land wil toe-eigenen om te verbouwen, dan kan je niet al het land opeisen. Maar je kan het stuk veranderen door erover te lopen, het te omheinen of er borden op te plaatsen. Als de waarde die je beoogt landbouwkundig van aard zijn, dan heb je het recht op het land verworven tot de noodzakelijke diepte voor dat gebruik. Iemand anders kan de mineralen uit de ondergrond ontginnen (en daar als eerste een recht op verwerven) op voorwaarde dat hij daardoor jouw recht op het land voor landbouwdoeleinden te gebruiken niet schendt.

Als je een archeoloog bent en in een jungle waarop niemand een recht heeft, een oude stenen godsbeeld vindt, waarvan niemand eigenaar is, dan kan je hierop een recht verwerven door het te beschermen. Daarvoor moet je het niet weghalen om het in een museum te plaatsen. Je kan bijvoorbeeld rondom het beeld wat kappen, het beeld schoonmaken, een bordje plaatsen, een loket om toegangskaartjes te verkopen, enz…

Een persoon kan het recht verwerven om materie of bewegende energie, zoals zonlicht, water, dieren, door het te veranderen. Men zou met een parabolische spiegel zonlicht kunnen opvangen om het in een oven te reflecteren en daardoor het recht op dat zonlicht verwerven. Recht op water kan verworven worden door het bijvoorbeeld in een plastic container op te vangen met als doel het er op een andere plaats weer uit te halen. Voor hetzelfde doel kan ook ijs gekapt worden. Vogels en vissen kunnen gevangen worden met als doel ze later te gebruiken als voedsel. Een persoon zou een miljoen vissen kunnen vangen, ze labelen en ze terug in de oceaan uitzetten. En ze terug vangen wanneer ze groot zijn.

Aangezien een recht betrekking heeft op het gebruik van een fysieke zaak om een waarde mee te bereiken, kan men geen recht hebben dat niet aan een fysieke zaak verbonden is. Men kan geen recht hebben op een proces, hoe wenselijk dat ook moge zijn, omdat dit recht niet slaat op het gebruik van een fysieke zaak. Zo bestaat er geen recht op een eerlijk proces, geen recht om getuigen te confronteren, geen recht op een jury of een onafhankelijke rechter, geen recht op vrijheid van pers of godsdienst. Dat mag een fataal gebrek van deze theorie lijken, maar is het niet. Het is namelijk onmogelijk om iemand procedurele rechten te ontzeggen zonder de rechten die hij verworven heeft op een fysieke zaak te schenden. En praktisch gezien zullen rechters zelden mensen een behoorlijke procesvoering ontzeggen omdat dit leidt tot verkeerde besluiten en rechters onder dit systeem hebben er alle belang bij om juiste oordelen te vellen (justitie zal later uitgebreid aan bod komen).

Het is ook onmogelijk om iemand te verhinderen zijn geloof te belijden (tenzij dat belijden gepaard gaat met het schenden van rechten) zonder zijn rechten te schenden. Als het praktiseren van het geloof gebeurt in het eigen huis of in een kerk waarvan hij eigenaar is of waarvan hij een ander gebruiksrecht heeft verworven, dan kan niemand zich ermee bemoeien zonder rechten te schenden. Zo ook kan de persvrijheid niet aan banden worden gelegd zonder het recht van de eigenaar van de drukpers en het papier te schenden. Het grote voordeel van deze theorie is dat we eindelijk af raken van het eeuwige geouwehoer of meningsuiting, laster, beledigend gedrag, zonder dat de de facto vrijheid moet worden opgegeven.

Kan iemand een positief recht verwerven – d.w.z. een recht om iemand te dwingen zijn eigendomsrecht op te geven? Nee, iemand dwingen zijn eigendom te overhandigen is in zichzelf een schending van dat recht. Rechten kunnen daarom alleen negatief zijn. Zij verbieden bepaalde gedragingen maar schrijven geen gedrag voor. Zij zeggen wat men niet mag doen, niet wat men moet doen. Bijgevolg kan er geen recht bestaan om andere te dwingen te betalen voor welzijn, onderwijs, gezondheidszorg, voor niets eigenlijk.

De theorie leidt ook niet tot “groepsrechten”. Dat zijn rechten die een persoon heeft alleen op basis van het feit dat hij tot een bepaalde groep behoort. Een “groepsrecht” is een recht om rechten te schenden van personen die niet tot de groep behoren door hen te dwingen hun eigendom over te dragen aan een lid van de groep. Groepsrechten staan de groepsleden toe om legaal te stelen. Bijvoorbeeld, wetten van zogenaamde “positieve discriminatie” geven een persoon een recht op een baan, een promotie, een contract, een toelating tot de universiteit, enz. alleen omdat de persoon vrouw is, of allochtoon. Onder de hier beschreven theorie zijn rechten altijd verworven rechten, geen verleende rechten. Dus kan niemand rechten hebben omdat hij zwart, homo, vrouw, gehandicapt, oud, of zelfs gewoon in leven is.

Er is in deze rechtstheorie ook geen plaats voor recht op privacy per se. Als iemand gevoelige foto’s van jou heeft kunnen maken zonder daarbij jouw rechten te schenden, dan mag hij die foto’s aan de wereld laten zien. De rechtbanken zouden een proces met gesloten deuren kunnen houden om de privacy te beschermen, maar dat kan alleen als de partijen en de rechter het daarover eens zijn. Schoolregisters en strafregisters zouden voor het publiek beschikbaar zijn als de eigenaar ervan beslist ze vrij te geven.

Vanzelfsprekend rijst de vraag hoe het milieu kan worden beschermd wanneer het van niemand is of wanneer de eigenaar er geen zorg voor draagt. Het antwoord is simpel: zij die het behoud van een bepaald milieu naar waarde schatten kunnen het beschermen door er eigenaar van te worden: als het aan niemand toebehoort, door het te claimen, als het wel iemand toebehoort, door het te kopen. Deze oplossing werkt zeer goed voor land en verschillende organisaties doen dat ook.

Maar het milieu dat het meest geschonden wordt is datgene dat niemand kan bezitten en waarvan iedereen gebruik kan maken. Tenzij alle gebruikers heiligen zijn wordt dit deel van het milieu te veel gebruik en niemand zal er zorg voor dragen zoals ze voor hun eigendom zorg zouden dragen, gewoonweg omdat er weinig of geen additionele voordelen te behalen zijn met de inspanning. Je zou verwachten dat dit helder is voor de grootste domoor, maar dat is niet zo. Er zijn bijvoorbeeld de anarcho-communisten, die alle eigendom “gemeen” zouden maken en op die manier uiteindelijk de totale vernietiging ervan zouden bewerkstelligen.

Meestal is eigendom “gemeen” omdat het moeilijk is de grenzen af te bakenen of eigenaarschap te bewaken. Lucht is gemeen omdat men een bepaald volume vrije lucht niet kan volgen. Maar schone lucht is niettemin haalbaar omdat luchtverontreiniging rechten schendt. Een persoon die een vervuilende stof in de atmosfeer vrijlaat is er de oorzaak van dat een inbreuk wordt gepleegd op de eigendom van iemand anders (zoals zijn longen bijvoorbeeld) en schendt daardoor zijn recht. Hetzelfde geldt voor polluenten in water of geluiden of elektromagnetische golven die naar iemand anders’ eigendom gestuurd worden en die eigendom zodanig veranderen dat het beoogde gebruik om een waarde mee te bereiken wordt verhinderd. Het was inderdaad ooit gemeen recht dat vervuiling als overlast werd beschouwd, maar de wet werd aangepast om de industrie te helpen.

Volgende week: over hoe rechten verloren gaan.

3 REACTIES

  1. Klinkt mooi. Hoe zit het dan met het recht op een (tegen)prestatie als je bijvoorbeeld een dienst koopt, een reisbiljet bijvoorbeeld? De prestatie hoeft op zichzelf immers niet gekoppeld te zijn aan een fysieke zaak.
    Of begrijp ik het verkeerd?

  2. Als je grond in bezit hebt en de Gemeente legt er voorkeursrecht op wordt jouw bezit en recht om te verkopen in feite aangetast.
    Hoe verklaart u dat ?

  3. [1] Spy,

    Jawel. Een handeling heeft altijd betrekking op een fysieke zaak. Een recht op een handeling is dus ook altijd een recht op een fysieke zaak. Misschien ‘slechts’ de hersenen van de persoon die de recht toestaat. Dat is ook de reden waarom ik mijn hoofd kan verkopen of verhuren.

Comments are closed.