In Amerika staan 100 miljoen mensen (vrijwillig) langs de kant bij het feest van de democratie. Aangezien deze 100 miljoen over het algemeen armer zijn dan gemiddeld en/of laag op de sociaal-maatschappelijke ladder staan, zou het toch handig zijn als ze via het instrument van de democratie en het RECHT om te stemmen gebruik zouden maken om hun belangen vertegenwoordigd te zien. Meer respresentativiteit, zegt Kaspar Verkaik in een interview met BNR (klikkerdeklik), kan Amerika beter maken en/of zelfs “redden”. Daarom maakte hij een documentaire (klikkerdeklik) over deze groep niet-stemmers (en dus eigenlijk op een bepaald niveau geen echte burgers) genaamd “Dear Oprah”.

Het toppunt
Nu is het natuurlijk zo dat het toppunt van democratie in de wereld, de Verenigde Staten van Amerika, een grote gotspe is. Dat hebben we wel gezien in de documentaire Hacking Democracy (zo niet, even hier kijken). Daar komt ook aan de orde dat in de wat mindere wijken in de VS (waarschijnlijk verpauperd door rent-control en allerlei andere bevorderlijk overheidsinterventionisme in de sociale structuren van de Amerikaanse maatschappij) het aardig lastig is om te stemmen. Wachttijden van zes uur om te stemmen zijn geen uitzondering. Als je dan toch al hard moet werken om te leven – ik speciaal niet “overleven” – dan moet de waarde die je aan het uitbrengen van je stem, het “uitoefenen van je democratische recht”, wel erg hoog zijn. Een dag niet werken is namelijk vaak een dagloon minder doekoes. Is de drempel laag/lager, dan stem je natuurlijk graag. Dan voel je goed. Je hebt je “democratische plicht” namelijk niet verzaakt en je hebt op die leuke meneer of mevrouw gestemd die misschien door jou verzekerd is van een volgende termijn van kansen om grote werken te verrichten. In vele opzichten een illusie natuurlijk.

Diversiteit en representativiteit; of unanimiteit?
Verkaik spreekt in het BNR interview ook over het zijn punt dat hij niet per definitie vindt dat linkse politiek beter is dan rechtse mar dat democratie wel iets is dat gaat over reprsentativiteit. De heersende macht moet representatief zijn relatief aan de bevolking. Een op zichzelf aardig lokkend argument. Maar het lijdt aan dezelfde schijnargumenten die we ook in het diversiteitsdebat zien: u weet wel dat als er 10% zwart, 20% groen, 30% geel en 40% blauwe mensen in een overheidsorgaan “werkt” dat ook in de management”top” zo zou moeten zijn. Omdat dat beter werkt? Hoezo? Dat volgt helemaal niet (als algemene regel in ieder geval). En de overheid ziet dat natuurlijk ook graag in het bedrijfsleven en sponsort zo allerlei subsidieclubjes die de belangen van de diversiteit verdedigen (hoe collectivistsich kun je het krijgen?).

Wat ik in een samenleving in de juiste zin van het woord – een overkoepelende term voor het ad hoc en duurzaam interacteren van individuen in alle vrijwilligheid zonder dwang – belangrijker vindt is unanimiteit. Geen pseudo of quasi unanimiteit. Maar gehele absolute unanimiteit. Dit is wat er in de markt gebeurt. Daar vinden transacties op vrijwillige basis plaats, beide participanten hebben de verwachting er voordeel bij te hebben anders zouden ze de transactie niet doorzetten. Komt er dreiging met geweld of dwang bij kijken dan spreken we al niet meer over een markttransactie maar over een machtstransactie. Kun je sue-en of op je recht gaan staan en terugbijten (niet gelijk de kop er af, gewoon als volwassen mensen praten en anders je (private) beveiligingsmaatschappij bellen – die zijn er vast sneller dan de pliesie die staakt).

In een vrije markt zal die onderkant van de Amerikaanse maatschappij hoogstwaarschijnlijk beter af zijn (het is een emprische vraag, theoretisch zijn de uitgangspunten van individuen in ene vrije markt natuurlijk veel en veel beter in vergelijking met de status quo van de democratie), dus hoeven ze ook geen onderwerp te zijn van de degenererende sociaal-maatschappelijke gevolgen van de democratie en de daar weer het gevolg van zijnde beleid dat “hun belangen bevordert” in naam van het zogenaamde rent-seeking: het handelen dat via het politieke/democratische proces een niet-productieve herverdeling van menselijke energie (al dan niet in de vorm van geld of kapitaal) tot gevolg heeft: DE KERN VAN DEMOCRATIE.

Gebreit einde
Oftewel, long story short: waar Verkaik lijkt te pleiten voor meer democratie, of in ieder geval, democratie voor meer mensen. Zou ik juist willen pleiten voor minder democratie, nee, de afschaffing van de democratie – en al de ingevoerde immorele wetgeving als gevolg ervan! Want zonder zeer beperkte kaders (zoals een libertarische grondwet) is democratie niets meer of minder dan het stelen van de ene willekeurige minderheid door de andere willekeurige meerderheid. Zonder enige ziel of gedacht, behalve dan dat democratie goed is. Het jammere is dat sommige gevolgen lastig of niet terug te draaien zijn, of dat er lange lange tijd overheen zou moeten gaan voordat de destructieve gevolgen in en rond mensen zal zijn verwaterd. Maar het principe – oeh, vies woord tegenwoordig met al da tuig in het kabinet – staat en is onweerlegbaar het meest positieve en menselijke dat je in kunt vinden als we het over politiek hebben: namelijk positiviteit, voorspoed, ontwikkeling en (vrijwillige) samenwerking (en zo niet dan mag ik je klootzak noemen) et cetera, et cetera.

1 REACTIE

  1. mooie film:hacking democracy
    Ik denk niet dat het hier anders gaat, maar wordt wel beter verborgen gehouden (hoewel er onlangs bij ons ook wat misging)
    Trieste beelden voor de slaven die nog geloven dat hun briefje in de ideeenbus van hun meesters er toe zou doen. Denkend dat ze daarmee de golden gun van de staat mede helpen richten. Het instituut met de license to kill, die de samenleving beter gaat maken.

Comments are closed.