In een van de reacties op de door mij verdedigde nieuwe rechtstheorie wordt met wel erg groot geschut boven gehaald. Er wordt mij een denkfout verweten. Wel als dat zo is, dan mag de auteur van de reactie zijn trofee komen halen. Als mijn hoofd niet meer netjes kan denken, dan is het voor mij van geen nut meer.

Maar is het wel zo? De deductie die de auteur van de door mij verdedigde rechtstheorie naar voor bracht was de volgende: het wilskrachtige wezen dat, of anders gewzegd, de persoon die een zaak gebruikt met het doel daardoor een waarde te bereiken, verwerft op de zaak het recht om het voor dat doel te gebruiken wanneer niemand anders een voorafbestaand recht op dat gebruik kan claimen.

Argumentum ad ignorantiam?
De vermeende winnaar van mijn hoofd meende hierin een argumentum ad ignoratium te ontdekken. Dat is een drogreden die erin bestaat een lukrake bewering bewezen te achten door de bewijslast bij de andere neer te leggen. Een paar voorbeelden van een dergelijk drogredenering:

– Niemand heeft het bestaan van het monster van Loch Ness ooit bewezen, dus zal het wel niet bestaan.
– McCarthy die beweerde dat “that there is nothing in the files to disprove his Communist connections” en daaruit concludeerde dat de betrokkene een communist moest zijn.
– De evolutietheorie is niet bewezen, dus moet er intelligent design achter de mens zitten.

De drogreden kan dus twee vormen hebben: een stelling wordt voor waar aangenomen omdat haar tegendeel niet is bewezen, of een stelling wordt voor onwaar aangenomen om niet bewezen is dat zij waar is. Hieruit wordt al snel duidelijk dat de redenering moet falen om zij in haar omgekeerde versie contradictorisch is.

– Niemand heeft bewezen dat het monster van Loch Ness niet bestaat, dus zal het wel bestaan.

Deze stelling is in tegenspraak met de eerder genoemde stelling en het is onmogelijk om uit te maken welke van de twee juist is.

Maar als het goed geformuleerd wordt, dan is een argumentum ad ignoratiam niet vals. “Er zijn verschillende pogingen ondernomen om het monster van Loch Ness te vinden en dat is nooit gelukt. Alle “bewijzen” voor het bestaan van het monster zijn gefalsifieerd. We kunnen dus in redelijkheid aannemen dat het monster niet bestaat.” Meer in het algemeen wordt het vermoeden van onschuld als een praktische, niet logische, uitzondering op de regel beschouwd: niettegenstaande de werkelijkheid kan zijn dat iemand schuldig is van een bepaalde misdaad, niettemin moet hij geacht worden om onschuldig te zijn tot het bewijs van het tegendeel.

Bewijslast

Essentieel voor de beoordeling van de deductie die aan de basis ligt van de door mij verdedigde natuurrechtelijk theorie, is de vraag wie er de bewijslast draagt. Als we het vermoeden van onschuld als standaard logische geldige stelling aannemen – ik nodig iedereen uit die het tegendeel beweert eens zijn geschiedenisboekjes opnieuw open te slaan – dan is het aan degene die beweert een recht te hebben om een zaak te gebruiken om zijn recht – en dus de ‘schuld’ van de andere in de schending daarvan te bewijzen. Hij moet dat bewijs leveren binnen dezelfde spelregels als die welk hij de tegenpartij laat beweren. Hij kan zich dus niet op persoonlijke macht, hogere macht of magische woorden beroepen. Hij moet met een theorie voor de dag komen die hem zijn recht verklaart die ook op zijn tegenpartij van toepassing kan zijn. Hij kan zich niet op het belangrijker zijn van zijn beoogde waarden beroepen, want waarden zijn niet meetbaar. De second valuer – de persoon die als tweede een zaak wil gebruiken voor een waarde op een wijze die onverenigbaar is met het waardegerelateerd gebruik door de first valuer – die tweede zal in die opdracht falen. In deze redenering zit geen enkele valsheid, tot bewijs van het tegendeel.

Volgende week leg ik uit hoe individuele soevereiniteit in deze rechtstheorie past.

26 REACTIES

  1. Je bombastische stijl was leuk de eerste paar keer. Maar het begint nu toch een beetje te irriteren, moet ik zeggen. Blijf niet dezelfde grap uitzuigen Arjen! Dat is zonde van je stukjes.

  2. Ik weet het niet hoor, of het allemaal zo natuurrechtelijk is.
    Lijkt mijvooral gebaseerd op een deel van de natuur.
    Als de zeemeeuw van Bach een stuk brood ziet liggen, is daarin een waarde voor hem vertegenwoordigd, nl. de waarde om zijn eigen leven te kunnen contnueren.
    Nu komt daar een andere meeuw, met dezelfde intenties, maar wat later.
    Begint er een ruzie om dat stukje brood.
    De eesrte meeuw verdedigt zijn ‘rechten’, de tweede heeft daar maling aan.
    Enfin, uiteindelijk gaat de tweede er met het hapje vandoor. De eesrte gaat zitten, schudt wat z’n veren en z’n kop om de frustratie en opwinding af te reageren, en vervolgt daarna zijn weg om het opnieuw te proberen.
    Sans rancune.
    Bij de mens zou de eerste blijven roepen dat hij ‘rechten’ heeft en daarop blijven hameren, desnoods rechters of regeringen inschakelen om zijn recht te waarborgen.
    Lijkt mij een natuurrecht dat gebaseerd wordt op een halve natuur.
    Hoewel ik eigendom wel erken, maar niet als een onontkombaar natuurrecht.

  3. Mijn eerlijke opinie is dat het tijd word om naar de dokter te gaan .
    Om je hoofd na te laten kijken.
    Print uit wat je schrijft ,laat het de goede man ,niet op maandag,lezen ,en dan verwijst hij je,zeker weten naar de lokale afdeling van partijen als pvda of groen links .
    Daar schreeuwen ze om talent .
    Of nog beter ,lees eens de Donald duck .

  4. [3] Het ‘niveau’ ‘stijgt’ weer eens.

    @ Arjen: Ik vraag me nog steeds een beetje af in hoeverre jouw rechtstheorie fundamenteel echt nieuw is. Wat ik zo ene beteje lees is een (wellicht heel consistente en doordachte) cherry picking sessie van Rothbard, Locke, ea.

  5. Een echt natuurrecht zou zijn dat men vrij van elkaars bezittingen steelt.
    Zoals dat in het dierenrijk ook gaat.
    Dat de eerste eigenaar zich flink verzet, dat hoort er natuurlijk ook bij. Maar als de dief uiteindelijk zegeviert, hoort dat er dan ook bij.
    Want 1 dag later kunnen de rollen net zo gemakkelijk omgedraaid zijn.
    Sometimes you win, sometimes you lose.
    Uiteraard wens ik zo’n situatie niet, maar het is wel volgens ‘de natuur’.

  6. "… dan is het aan degene die beweert een recht te hebben om een zaak te gebruiken om zijn recht – en dus de ‘schuld’ van de andere in de schending daarvan te bewijzen."

    Vraagje: Alvorens hij het (verder) mag gebruiken?

  7. [5] ‘Natuur’ wordt in ‘natuurrecht’ gebruikt in de zin van natuurlijk/vanzelfsprekend.
    Historisch is het natuurrecht wel degelijk begonnen als iets dat inherent menselijk is, ingegeven door zijn natuur. En onafhankelijk zou zijn van goddelijke ingeving of die van de lokale hotemetoot.

    Maar ja, sinds Hume zijn we allemaal veel verstandiger geworden. En doen we het zonder goden, zonder zelfgekroonde opperhoppers, maar ook zonder is-ought fallacy 🙂

    Natuurrecht is gewoon een leuke afspraak Beek. Kunnen jij en ik ons best in vinden, denk ik.

  8. [4] Arend,

    Volgende zondag kan je – in bombastische stijl – lezen waarin mijn theorie van Rothbard en Locke verschilt.

  9. [8] Huub,

    Mis.
    Je stelling dat het natuurrecht een afspraak zou zijn, is zinledig. Of je wil ermee beweren dat er geen rechten bestaan – hetgeen ik met klem weiger te aanvaarden – of je faalt om te verklaren hoe het komt dat we het recht hebben om die afspraak te maken. En ja dat is een recht. De meeste natuurrechtelijke denkers nemen het zelfbeschikkingsrecht gewoon aan, omdat ze beseffen dat ze er anders op vastlopen.

    Bovendien is de sociale contractsleer – want dat is waar "het is slechts een afspraak" op neer komt – volkomen strijdig met de vereiste van universaliteit in tijd en ruimte. Geen "recht" is ooit door iedereen aanvaard over de gehele menselijke geschiedenis (zowel in het verleden als de toekomst) en de gehele wereld (en zelfs daarbuiten).

  10. [2] Beek,
    Voor de honderdste keer: natuurrecht heeft niet met bloempjes en bijtjes te maken. We noemen een recht een natuurlijk recht als het niet door een mens is gegeven. De door de mens verleende rechten noemen we politieke rechten. Die rechten kunnen – om de redenen uitgelegd in een van mijn eerste stukjes in dit verband – ONMOGELIJK rechten zijn – ONMOGELIJK geldige aanspraken zijn. Rechten MOETEN – om die naam waardig te zijn – ALTIJD natuurrechten zijn.

  11. [13]
    Nu, dat treft, want dat komt overeen met wat ik als een natuurlijk ‘recht’ beschrijf; dat meeuwenrecht heeft van niemand toestemming nodig, en zelfs niet van de medemeeuw.
    Het eigendomsrecht, en zeker als er een eerste claimer is, dat dient echter wel door de ander te worden erkend, als een wederzijdse erkenning.

  12. [11] Arjen: Natuurrecht is een afspraak:
    -Omdat rechten niet bestaan
    -Of omdat ik niet aangeef op welk recht het-kunnen-maken-van-een-afspraak is gebaseerd.

    Huub: Hoe gek kun je het maken?
    Natuurrecht is op zijn best een afspraak. Als afspraak ‘bestaan’ dergelijke rechten ineens: voorzover mensen onderling ze erkennen namelijk. Rechten bestaan natuurlijk nooit in de objecten-zin. Het zijn zuivere wils-constructies, wishful thinking dus.

    Dat er een recht ten grondslag ligt aan het maken van een afspraak is een echte drogreden. Een categoriefout (‘hoe groot is groen’)
    Dit argument leidt ook noodzakelijk tot een oneindige regressie; turtles all the way down.

    Je zit het werk te vertalen van de zoveelste Rand dogmaticus. Hoe formeel geformuleerd ook, het is en blijft wensdenken. Persoonlijke voorkeur.
    Wat jij ‘rechten’ noemt, noemt een bonobo lekker 🙂

  13. [15] Huub,

    Een afspraak maken, een contract sluiten – hoe je het ook noet – het zijn daden van beschikking en zij veronderstellen een beschikkingsrecht. Helemaal niet gek aan – helemaal geen categoriefout. Of het contract met twee of met alle mensen tegelijk wordt gesloten doet niets aan deze vaststelling af. Om een sociaal contract enige geldigheid te verlenen moet je het menselijke zelfbeschikkingsrecht van God hebben gekregen of afleiden uit een feitelijke vaststelling.

    Mijn auteur is zeker geen Rand dogmatist. Hij toont aan waar Rand in de fout gaat.
    "Recenter werd een rechtstheorie ontwikkeld door de schrijfster en filosofe Ayn Rand. Zij argumenteerde dat rechten voortvloeien uit de natuur van de mens als rationeel wezen. De mens heeft rechten omdat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor zijn overleving qua mens. Om het is-ought sofisme van David Hume te vermijden, moest Rand wel beweren dat de mens rechten nodig heeft om als rationeel wezen te kunnen overleven. Recht op leven en eigendom horen daar volgens haar bij. Maar Rand kan niet aantonen dat de mens het recht heeft om te overleven. Er zijn in ieder geval mensen (zoals Jozef Stalin bijvoorbeed) die geen rechten nodig hebben om te kunnen overleven als rationeel wezen. Rand tovert een konijn uit de hoed door te stellen dat “overleven als rationeel wezen” zoveel betekent als “het respecteren van rechten”. Bovendien maakt ze niet duidelijk welke rechten een mens precies nodig heeft om te overleven als rationeel wezen. Misschien zijn het recht op voedsel, onderdak en enkele boeken al voldoende. Maar misschien kan men niet overleven als rationeel wezen zonder een goede opleiding in een maatschappelijk kader – baby’s die opgroeien zonder enig sociaal contact doen het meestal niet erg goed. En hoe zit het met drugsverslaafden? Kunnen we zeggen dat zij geen rechten nodig hebben of moeten we juist zeggen dat, omdat zij zo gehandicapt zijn, hun rechten meer dan die van anderen, die zichzelf wel kunnen verdedigen, beschermd moeten worden?"

  14. [16]
    Arjen,

    Ik denk dat Huub Mooren bedoelt dat je helemaal geen rechten nodig hebt om een afspraak te maken over wat je elkaar als "rechten" toekent. Daarvoor is niet veel meer dan ratio en het vermogen te communiceren nodig.

    Of een ander ook bereid is tot onderhandelen en op gelijke voet "rechten" af te spreken is een tweede. Als morgen dolfijnenspraak kan worden ontcijferd, en blijkt dat het hoogintelligente wezens zijn die vragen om gelijke rechten, zouden de Japanners dan onmiddelijk hun jacht op dolfijnen staken? En als ze dit niet doen, is dan het "recht" van die dolfijnen geschonden, of is het dat Japanners geen rechten erkennen voor andere diersoorten dan de mens?

    En stel dat ze die rechten wel accepteren, en dat de dolfijnen hun "eerste claim" zouden doen gelden op de zeeën rond Japan, en de Japanners toegang tot die wateren zouden ontzeggen uit rancune vanwege de eerdere jacht? Dan sterft half Japan van de honger. Geheel volgens jouw "eerste claim"-rechten die je in je eerdere uitleg uit de doeken deed.

  15. [17] Owl,

    Het doel van een rechtstheorie is te verklaren waarom bepaalde aanspraken geldig zijn en andere niet. Als je de natuurrechten (zoals bijvoorbeeld "tribuere suum cuique", "neminum laedere", "pacta sunt servanda") verklaart als zijnde een afspraak, dan zit je in een cirkelredenering. We spreken af dat wat we afspreken bindend is. Dat die afspraak bindend is wordt door een dergelijke redenering NIET verklaard. Als je ratio en communiatievaardigheid inroept dan trap je in de is-ought val. Uit een is kan geen ought worden afgeleid.

    Je dolfijn hypothese is bijzonder interessant. In de door mij verdedigde rechtstheorie krijgen dolfijnen rechten als wordt vastgesteld dat zij een vrije wil hebben. Dat zij een keuze hebben tussen rechten respecteren en rechten schenden.

    Het recht van de dolfijnen op het gebruik van de zeeën rond Japan zal nooit algemeen en exlusief zijn. Zoals de woestijnvolkeren die de woestijn claimen om door te rijden op hun kamelen niet het slachtoffer zijn van een rechtsschending als Shell er de olie uit de ondergrond wegpompt zonder hen het woestijnrijden te verhinderen, zo zullen de Japanners de zee nog steeds kunnen gebruiken om te vissen en te varen, zolang zij het recht van de dolfijnen om er te zwemmen en eten te zoeken niet schenden.

  16. [18]
    Arjen,

    Waarom zou een afspraak per se "bindend" moeten zijn? Wie of wat bepaalt dat? Je zou toch niet een Faustiaan duivelspact willen sluiten, als je er nadien achterkomt dat er consequenties aan zitten die je van tevoren niet had overzien. Of als je afspreekt om iemand eeuwig dienstbaar te zijn (bijvoorbeeld bij een huwelijk), en later alsnog van gedachten verandert. Dat afspraken "bindend" zijn, is ook slechts een afspraak. Of in het geval van het huidige recht, een door dwang opgelegde regel.

    Die rechtsprincipes die je noemt, zijn ooit door slimme juristen verzonnen, maar zijn ook niet meer dan een door vele latere rechtssystemen geaccepteerde afspraak. Een afspraak die vaak ook niet eens absoluut wordt nagekomen, omdat "aan eenieder geven wat hem toekomt", "niemand schaden" en "afspraken moeten gediend worden" uiteindelijk ook vrij vaag zijn. Om te weten "wat iemand toekomt", moet je weten waar die persoon recht op heeft, en zit je weer in een cirkelredenering. Om "niemand te schaden", moet je eerst definiëren wat onacceptabele schade is. En om "afspraken te dienen", moet je eerst weten wat er nodig is voor totstandkoming van zo’n afspraak, en of (en zo ja, hoe) die dan gediend moet worden.

    En ik zie toch wat problemen opdoemen bij die dolfijnen. Want als zowel de Japanners als de dolfijnen vrijelijk over de zeeën kunnen schuimen, en niet in eigendom zijnde vissen, zeewieren en andere zaken kunnen vangen, zal binnen afzienbare tijd de zee leeggevist zijn. En ik vraag me ook af: Als je een stuk zee niet exclusief kunt claimen, waarom een stuk land dan wel? Als het gaat om het afschermen van je grond, en het permanent gebruiken voor bijvoorbeeld landbouw of bewoning, zouden Japanners dit op zee ook kunnen doen, door bijvoorbeeld een drijvend platform te verankeren op een bepaalde locatie, en aan de vier zijden daarvan netten tot de zeebodem te spannen. Daarbinnen zouden ze dan eventueel ook hun eigen vissen kunnen kweken. Dit zou echter voor de dolfijnen vrij rampzalig aflopen, omdat zij dat vermogen niet hebben. Niets weerhoudt de Japanners en anderen er dan van om de hele oceaan uiteindelijk te "homesteaden", en de dolfijnen in steeds kleinere "publieke" wateren te ghettoïseren.

  17. [16] ‘Een afspraak maken, een contract sluiten – hoe je het ook noet – het zijn daden van beschikking en zij veronderstellen een beschikkingsrecht.’
    Hoe kom je erbij?
    Een recht zou op een recht gebaseerd zijn? En om aan de oneindige regressie te ontsnappen plaats jij zelfbeschikkingsrecht onderop?
    Maar dat is zelf ook weer een recht. Dus de regressie gaat door…

    Recht is een willekeurige afspraak tussen willekeurige mensen. Deze definitie voorkomt logische denkfouten en de puntmutsenpraat van zelfbeschikkingsrecht (waarmee je niks anders zegt dan dat een mens leeft als hij ademt)

    ‘Om een sociaal contract enige geldigheid te verlenen moet je het menselijke zelfbeschikkingsrecht van God hebben gekregen of afleiden uit een feitelijke vaststelling’
    Nee dus. Afspraken kunnen naar willekeur gemaakt worden en als mensen er geen zin meer an hebben lopen ze ervan weg. Dat is alom waarneembaar.
    Goden en feiten hebben er niks mee te maken. Rechten zijn im grunde emoties: de staat van welbevinden van een organisme.

  18. [19] Owl,

    Je legt de vinger precies op de zere plek. De cirkelredenering. Om te weten wat iemand toekomt is de afspraak geen geldige verklaring. Je moet dus een andere verklaring vinden. Dat is het doel van een rechtstheorie.

    Over het leegvissen van de zee. Dat is vergelijkbaar met het opraken van de olie. Omdat de olievoorraad niet oneindig is moeten we de olie dan maar niet gebruiken? Of magische woorden gaan gebruiken om het allemaal ‘eerlijk’ te verdelen?

    Natuurlijk kan een stuk zee geclaimd worden. Kijk maar wat ze in Dubai gedaan hebben, of de booreilanden, of de fishfarms… En het is niet omdat talloze schippers over de zee varen dat niemand nog een boorplatform of kunstmatig eiland zou kunnen maken. Maar als de vaste route van een schip door de bouw ervan geblokkeerd dan is de schipper zijn recht geschonden. Hij kan met de schending instemmen door eromheen te varen of op het eiland aan te meren en er handel te drijven.

    Over handhaving van rechten komt nog een hoofdstuk.

  19. [20] Huub,

    Niet ik, maar de meeste natuurrechtsdenkers plaatsen zelfbeschikkingsrecht onderop. Ze nemen het gewoon aan als een axioma. DAT is pas puntmutsenpraat. Rand haalt ‘survival qua man’ als konijn uit de hoge hoed. Locke haalt, bang van de consequenties van zijn eigen bevindingen, wat caveats boven. Jefferson verwijst naar de Creator.

    "Afspraken kunnen naar willekeur gemaakt worden" Ziedaar de reden waarom het NIETS verklaart. Zeker geen rechten.

    "Rechten zijn im grunde emoties"
    Niet dus. Rechten zijn gedefinieerd als geldige aanspraken. Noch min noch meer. Al de rest is tijdverlies.

  20. [22] Dat snap ik: rechten zijn geldige afspr.. uhh aanspraken.
    Maar waarom ze geldig zouden zijn en welke rechten zoal geldig zouden zijn, dat is waar de discussie start (en waar emotie de hoofdrol gaat spelen)

    We zijn het eens wat betreft de puntmutsenpraat van de natuurrechterlijke denkers 🙂
    Maar waar zitten we nu, ik zou toch zweren dat jouw auteur en jij het natuurrecht omarmen?

  21. [21]
    Arjen,

    Maar nu weten we dus nog niet wat een "recht" dan wel geldig maakt, als het niet een afspraak is. Of als afspraken niet bindend zijn, puur omdat ze zijn afgesproken. Dus we zitten nog steeds in een cirkelredenering, ook met jouw theorie. Jij claimt dat een recht slechts geldig is als het niet kan worden weerlegd, maar dan vereis je dat iemand een negatief bewijst. Bijvoorbeeld dat iemand bewijst dat God niet bestaat. Het is aan de claimer om te bewijzen dat hij ergens recht op heeft, dus ook aan de eerste claimer. Dat een ander later komt en niet kan bewijzen dat de eerste geen recht had, bewijst dus niets. Je zit dan dus met 2 onbewezen claims.

    En met die platforms wordt het voor de dolfijnen dus onmogelijk om te overleven. Hun vrije bewegen hoeft niet te worden gehinderd, zolang de Japanners een recht van overpad of een corridor leveren tussen de platforms door. Punt is dat dolfijnen niet de fysieke mogelijkheid hebben om een stuk zee af te schermen. Ze kunnen hoogstens telkens hetzelfde rondje eromheen zwemmen, maar als dat wel een claim op een stuk zee oplevert, kunnen ze weer de Japanners isoleren of van visserij uitsluiten. En als zeeën leeggevist mogen worden, of simpelweg vervangen met kunstmatig eilanden, hebben de dolfijnen geen voedsel meer. Ze kunnen ook moeilijk geld verdienen en voedsel van de mensen kopen, omdat er te weinig vraag is naar dolfijntherapie, dolfinariumentertainment, of hun beperkte vermogen om vis te vangen. Hun enige echte overlevingsmogelijkheid, zeker voor de huidige aantallen, is het vangen van vis voor eigen consumptie, en die wordt nu al voor hun neus weggevist.

    Bovendien, vissen zijn geen olie die per se op zal raken. Het is niet nodig dat alle wilde dieren uitsterven omdat hun hoeveelheid eindig is. Je kunt ook de hoeveelheid, binnen een bepaald (natuur)gebied, optimaliseren door precies die hoeveelheid te vangen die een maximale natuurlijke populatie, en dus ook een op termijn bezien zelfs oneindige vangst in stand houdt. Mensen kunnen bovendien zelf hun vis kweken, net zoals de meeste mensen geen jager-verzamelaar meer zijn en hun voedsel nu gewoon veel intensiever en efficiënter verbouwen, wat dolfijnen niet kunnen.

    Even aannemend dat een "eerste claim" ook een absoluut "eigendomsrecht" zou opleveren (wat dus nog maar de vraag is): wat is voor een "eerste claim" precies nodig? Kan een dolfijn een stuk zee claimen, met de daarin aanwezige vissen, zonder dat Japanners die vissen kunnen wegkapen zodra ze zich buiten dat territorium bevinden? Als dolfijnen dit wel kunnen, en ook de Japanners, en ze beide recht van overpad hebben op elkaar territorium, is een groot deel van dat probleem reeds opgelost. Blijft dan wel de vraag hoe rechtvaardig het zou zijn als ofwel de dolfijnen danwel de Japanners sneller zijn met claimen, zodat één van beide groepen te weinig zee en vis in handen krijgt om nog te kunnen overleven.

    Dit is ook relevant voor de huidige praktijk. Zijn bijen bijvoorbeeld wilde dieren, omdat ze zich op andermans grond begeven en daarvan gebruik maken (en zijn ze dus te doden of vangen door die eigenaar?), of zijn het huisdieren van de imker, die ondanks hun oncontroleerbare omzwervingen niet kunnen worden onteigend? Of wanneer je een grote ranch\natuurgebied hebt waar het afschermen van je land onmogelijk is, en "jouw" wilde runderen vrij rondlopen en zich op "andermans" of niet in eigendom zijnde grond begeven. Hetzelfde geldt voor de vis van de dolfijnen. Wanneer zijn vissen\bijen\runderen "wild" en onbezeten, en hoe wordt het een "eigendomsdier", en hoe blijven ze dat? Ik neem aan dat dat laatste onder de "handhaving van rechten" nog aan de orde komt.

  22. [24] Owl,

    Je heb mijn stukje niet goed gelezen. Omdat niemand een recht kan claimen bewijs juist wel dat de eerste verkrijger een recht heeft, als geldige uitzondering op het argumentum ad ignorantiam, vanwege de bewijslast. Omdat niemand een eerder recht kan claimen, moet is het recht van de eerste valuer ‘unchallangeable’ en als praktisch gevolg zal het erkend worden.

  23. [25]
    Arjen,

    Dat ik je redenatie niet beaam wil niet zeggen dat ik je niet goed gehoord heb.

    Als jij iets als eerste claimt geldt voor jou net zo goed een bewijslast wanneer een ander betwist dat het van jou is. Als voor jou geen bewijslast geldt, geldt dat ook niet voor een tweede claimer. Of iedereen moet bewijzen dat iets van hem\haar is, of niemand. Dat lijkt me ook in overeenstemming met het principe dat mensen gelijke rechten hebben. Je kunt niet willekeurig bepalen dat voor een eerste claimer het enkele feit dat iets nog niet geclaimd is voldoende zou zijn om een "recht" op eigendom uit het niets te verschaffen, en dan iemand die net een seconde later was met roepen "dit is van mij", opzadelen met de logische onmogelijkheid om de afwezigheid van dat "recht" te bewijzen.

    Wanneer jij een rechter bent, en er komen 2 mensen in jouw rechtbank met een conflict over het eigendom van een object dat ze claimen te hebben gevonden, hoe oordeel je dan van wie het is? Is de bezitter die het in zijn handen heeft de automatische eigenaar, en moet de ander bewijzen dat dat niet zo is? Moeten ze beiden de wetten van de logica tarten door te bewijzen dat iets "niet van die ander" is? Dat kan alleen door te bewijzen van wie het dan wel is. Dus er rust op hen beiden de last om te bewijzen dat het van henzelf is. Afgezien van het feit dat ze beide kunnen liegen wie het eerste riep "dit is van mij", is zeggen dat degene die het als eerste vond de eigenaar is, nog steeds willekeurig. Het volgt logisch gesproken uit niets.

    De logische conclusie lijkt me dat het voor jou dan onbekend is wie er "recht" op heeft, omdat bepalen wie er "recht" heeft vereist dat je bewijst wat precies een recht creëert. Daar kan je slechts met willekeurige keuze van een basisprincipe op reageren, door de "eerste claimer" die rechtscreatie uit het niets te geven. En zitten we dus weer in een cirkel. Niet dat het per se jouw "eerste claimer"-principe en de daaruit volgende rechtstheorie slechter maakt dan die van een ander, maar die ander kan met dezelfde geldigheid een ander basisprincipe poneren, dat even willekeurig is.

Comments are closed.