In 1520 brak er in Castile – het tegenwoordige Spanje – een belastingrevolte van formaat uit. Na een lange periode van steeds zwaardere belastingdruk en hoge inflatie pikten de mensen het niet meer.  Na een economische boom in de tweede helft van de 15e eeuw, volgde bureaucratie, repressie en machtswellust.  Uiteindelijk stonden de comuneros (stedelijke gemeenschappen) op tegen haar onderdrukkers. Deel 2 in onze serie over belastingopstanden.

Het ging Castile voor de wind rond 1460 door een aantal factoren. Het protectionisme tussen Engeland en Frankrijk als gevolg van de Honderdjarige Oorlog, het schisma tussen de Oostelijke en Westelijke kerk en de impact van de Pest op Centraal en Noord Europa. Daardoor kon de regio goed inspelen op de vraag uit andere landen. Dat stimuleerde een primitieve versie van massaproductie met innovaties in de productie van wol, keramiek, zeep, leer, wijn, papier, suiker, juwelen, goud + zilver en bleekstoffen.

De verhoogde productiviteit leidde tot verbetering in de infrastructuur en daardoor grotere en beter bezochte handelsplaatsen. Specialisatie en differentiatie plus prijsconcurrentie namen toe. Succesvolle bedrijven namen minder florerende concurrenten over en de welvaart groeide met sprongen. Invloedrijke zakenmensen stegen op de maatschappelijke ladder en de gemeenschap veranderde door de nadruk op contracten en handel in plaats van status en adellijke toewijzing.

Maar de monarchie van Castile had intussen steeds meer geld nodig voor haar luxueuze levensstijl en het financiëren van de militaire troepen in Granada en Navarre. In de periode 1479- 1504 steeg de belasting met een duizelingwekkende 350 %. Het ontduiken en vermijden van belasting nam logischerwijs grootscheepse vormen aan zodat de Kroon onafhankelijke agenten (belastinghuurlingen) inzette naast de officiële belastinginners.

Om de kostbare veldtochten te bekostigen, volgden er gewelddadige belastingcampagnes. Corruptie en omkoping staken op elk niveau in de maatschappij de kop op. De Inquisitie werd nieuw leven ingeblazen. Niet meer als hoeder van de kerk maar als een Gestapo-achtig apparaat in dienst van de Kroon. Daarnaast richtte de monarchie de Gente de Ordenanza (Mensen van Orde) op met als doel om ‘de Kroon een aanvalseenheid te geven waarmee ze haar lokale vijanden kan verslaan en haar macht kan consolideren.’

Tenslotte stormde er een algemene inflatie door het land. De toenmalige Centrale Bank had systematisch de waarde van de munt verlaagd. Tussen 1400 en 1500 verloor de Castiliaanse Maravedi 82 % van haar waarde ten opzichte van de gouden Aragoonse florijn.

In 1516 stierf koning Ferdinand en kwam Karel I op de troon. Drie jaar en veel smeergeld later werd hij tot Keizer van het Heilige Roomse Rijk gekozen. Voordat Karel naar Duitsland afreisde, kondigde hij nog een serie van belastingverhogingen en heffingen op goederen en bezit af. Dit was de druppel die de emmer deed overlopen.

De besturen van rijke Castiliaanse steden – comuneros genaamd – troffen elkaar in 1520 om Karel zijn decreten te bespreken. Ze karaktiseerden ze als een poging hen in slavernij te brengen. Als reactie gaven ze een resolutie uit: alle nieuwe belastingen werden verworpen, het buitenlandse leiderschap werd afgewezen en er kwam zelfbestuur in het geval de koning hun klachten verwierp.

In stad na stad door heel Castile werden koninklijke vertegenwoordigers, bureaucraten en ambtenaren verjaagd en vormde men lokale besturen. De gezamelijke comuneros stuurden een brief met hun intenties naar de koning.

Het antwoord van de koning was het sturen van een leger om de opstandige steden weer in het gareel te krijgen. Maar bij Segovia, het eerste aanvalsdoel van de koninklijke campagne, verloor het al van de plaatselijke militia. Er volgden verschillende verrassende overwinningen maar uiteindelijk werd het Comunerosleger verslagen bij de Slag bij Villalar op 23 april 1521. De volgende dag werden verschillende comunero leiders geëxecuteerd, de ‘orde’ werd hersteld en de opstand werd zorgvuldig weggepoetst uit de geschiedenisboekjes.

Maar ondanks de verloren slag wonnen de opstandelingen. Een gehavend koningshuis trok veel belastingen en reguleringen terug en verlaagde drastisch de tarieven. Verscheidene fiscale en constitutionele hervormingen werden in de jaren daarna doorgevoerd.

Vele comuneros vonden inspiratie in de boeken van filosofen als De Valera, De Villena en Arevelo. Deze gingen ervan uit dat eigendomsrecht en zelfbeschikking de basis vormen voor een vrije, welvarende en rechtvaardige samenleving. Precies datgene waar we nu ook voor staan.

 

36 REACTIES

  1. @Pendragon [35]:

    Een goed en informatief gesprek met iemand uit de loge is natuurlijk zeer verleidelijk , om zin en onzin te scheiden .

    Ik houd het nog even in beraad , maar kom hier zeker op terug.

Comments are closed.