De tweede termijn van president Obama is officieel begonnen en wie profiteren Obamadaar het meest van ? Naast de kruimels voor de stemdoelgroep (vrouwen, migranten en jongeren) gaan er de komende jaren  privileges, geld en contracten naar de grootste bijdragers aan zijn campagnekas. Traditioneel waren dat multinationals, banken, energiebedrijven en de agrarische sector maar daar is een verschuiving opgetreden. 

Van grondstoffen- en goedereneconomie is de VS meer en meer een informatiemaatschappij geworden. Bedrijven als Google, Apple en Facebook spinnen hier garen bij. Daniel Bell was in 1973 in zijn boek  The coming of postindustrial society één van de eersten om dat te herkennen. ‘Dit nieuwe machtsblok zal uiteindelijk de traditionele hiërarchie gebaseerd op land, productie en financiële middelen omverwerpen.’

Veertig jaar later is het zover. In tegenstelling tot Obama’s ‘sociale verhaal’ werken hij en zijn mensen nauw samen met de entertainment industrie, big media en de softwarekant van de technologie industrie, in het bijzonder social media. Het grote verschil is dat deze bedrijven hun omzet niet uit de grond of machines halen maar uit de manipulatie van ideeën, concepten en beelden.

Apple, Google, Facebook en Microsoft verzamelen de meeste rijkdom in de recente economische geschiedenis. Door hun eigen vindingrijkheid, toegang tot kapitaal en vaak oligopolische greep op lucratieve markten stijgen zij waar de rest zwoegt tegen afnemende opbrengsten en in stijgende armoede. Handhaving van deze status quo is voor hen cruciaal. En aangezien Amerika geen kapitalistische maar corporatieve staat is, wordt dit o.a. via campagnebijdragen geregeld.

Vorig jaar waren Microsoft en Google de grootste privé sector donors voor de president. Belangrijker nog, technici uit die kringen regelden een unieke digitale gereedschapskist voor hem en zijn partij om potentiële stemmers onder de traditioneel ongeïnteresseerde groep jongeren te targetten.

Een nog grotere groep begunstigden zijn de ambtenaren. Deze nieuwe geestelijkheid uit o.a. onderwijs en de federale bureaucratie zag haar aantallen en privileges groeien in de laatste 50 jaar. Tussen 2007 en 2009 zijn de salarissen van federale ambtenaren die meer dan 150.000 dollar verdienen, meer dan verdubbeld terwijl de rest van het land kampte met een diepe recessie. Washington D.C. – ambtenarenland – heeft New York’s positie als rijkste regio van het land overgenomen. Bekostigd door de belastingbetaler natuurlijk.

Als een voormalig professor aan de universiteit van Chicago en een medestander van publieke sector vakbonden is Obama onlosmakend met deze hiërarchie verbonden. Zie hier vijf van zijn acht grootste campagnefondsvullers: Universiteit van Californië, Harvard, Columbia, Stanford en de federale vakbond. Van de Ivy League ging 96% van alle donaties naar zijn kandidatuur.

De macht van deze bureaucratie groeit niet alleen door economische invloed maar ook door de opinie te beïnvloeden en alles te reguleren: hoe mensen leven en of een industrie mag groeien of sterven. Hun missie is het ‘rationeel ordenen van de massa’.  Daartoe spelen ze in op de populaire seculiere ‘waarheden’ onder de bevolking als kwesties over ras, geslacht, recht en het milieu. Typisch is de unanimiteit van hun overtuigingen waarmee alles door de strot van de burger geramd wordt.

De rijken profiteren het meest van een hyperreguleerde staat: de ambtenaren houden de concurrentie onder de duim met regelgeving en boetes. De wetgever wordt in feite omgekocht en de burgers/consumenten betalen het gelag.

En wie zijn de verliezers van nog 4 jaar Obama ? Dat is het midden- en kleinbedrijf, de huiseigenaar, de kleine boer en vakman. Zij spelen geen rol van betekenis in Washington. Ook onhippe bedrijven als bouwbedrijven, oliemaatschappijen en agrarische concerns gaan een zware tijd tegemoet dankzij de reguleerders en de mainstream media.

Nog vier jaar Obama: cope and small change en veel tranentrekkende toespraken.

2 REACTIES

  1. Het zijn barre tijden voor de burgers. Alles is er op gericht op nog meer afbraak. De wereld wordt zo langzamerhand een hel voor het gewone volk. Ik zie ook geen enkel lichtpuntje meer op betere tijden.

  2. Als je de vraag wil stellen “Wie profiteert ervan” en je kijkt wat meer op lange termijn dan is er maar een antwoord: Zo goed als niemand.

    Los van het feit dat de beste man nogal wat groepen tegen elkaar opzet/uitspeelt. Sociale onrust en armoede? Nare mix!

Comments are closed.