In het artikel van de auteur getiteld ”Nuttige functies politieke partij” zijn de zinnige functies van politieke partijen in de periode tot aan de zestiger jaren genoemd. Dat werd sindsdien onder invloed van diverse maatschappelijke veranderingen anders. In dit stukje over deze ontwikkelingen.
Economisch surplus
Tot in de zestiger jaren hadden de uitgaven waarover politiek gedebatteerd werd noodgedwongen vooral betrekking op weg- en waterbouwkundige werken, woning- en utiliteitsbouw. Bij de bevolking viel voor extra’s niet veel te halen. Haar inkomsten gingen op aan het dagelijkse levensonderhoud. Aan het eind van deze periode van wederopbouw ontstond er een beduidend economisch surplus. De belastingopbrengsten werden hoger en er konden nieuwe soorten uitgaven mee gefinancierd worden.
Technologische ontwikkeling
De technologische vooruitgang maakte de dagelijkse arbeid ingewikkelder en meer divers. Ook de toename van vrije tijd zorgde voor een meer gevarieerd leven buitenshuis. De grotere verscheidenheid in en complexiteit van producten en diensten en recreatie bezigheden deed de roep om centralisering en controle toenemen. Autoriteiten zagen overal wildgroei die dus vooral bestreden moest worden. De uitvoerende diensten van de overheid maken daarna een enorme groei door en hun praktijken zijn steeds meer als voortkomend uit eigen politieke beslissingen te beschouwen. De opeenvolgende ministers hadden daar steeds minder vat op.
Belasting automatisering
Deze centralisering had nooit zo’n hoge vlucht genomen als de belastingdruk hetzelfde was gebleven; alleen gestegen zou zijn in verhouding met de stijging van het economisch surplus. Regulering, bureaucratisering en automatisering van boekhouding en fiscale administratie zorgden er voor dat de afstand tussen de burger en zijn geld steeds groter werd. Steeds gemakkelijker, zonder dat protest effectief kon worden, kon op middelen beslag worden gelegd. Zo was er systematische verhoging van de bruto-netto loon wig. Werknemers krijgen alleen het nettoloon op hun rekening. Ze weten niet eens meer hoe dat wordt berekend. Ook werd belasting op bestedingen mogelijk. De BTW ontstond en is sindsdien stapsgewijs steeds hoger geworden. Dan nog de accijnzen en bijzondere belastingen op allerlei producten zonder welke de consument die producten niet meer kon aanschaffen. De ondernemer werd administratief fiscaal ambtenaar. Door het automatiseren van het betalingsverkeer konden miljarden aan belasting inclusief boetes in het wegverkeer voortaan worden binnengehaald. Met het automatisch doorgeven van bankgegevens is daar nog bijgekomen de vermogensbelasting voor de bezitlozen, Box 3, de fictieve vermogensrendementsheffing voor degenen die aan het sparen zijn voor een middenklasse auto of een uitbouw.
Maar dit verhaal is niet compleet zonder de opkomst van de zogenaamd autonome centrale banken te noemen. Overheid die zonder enige invloed van de burger geld kan bijmaken door een nul aan een bankrekening saldo toe te voegen. Hierdoor wordt kunstmatig rente laag gehouden en kunnen koopkracht, pensioen en spaargeld in samenwerking met de banken en pensioenfondsen betrekkelijk geruisloos weggesluisd worden. Burgers krijgen tegenwoordig alleen nog een digitaal berichtje van de instanties wat deze nog voor hun opgebouwde rechten over heeft.
Schaalvergroting productie- en dienstverlening
De concurrentie in het bedrijfsleven liep achteruit. Met de geaccumuleerde winsten werden fusies gefinancierd. Nieuwe producten en diensten ontstonden in bedrijfstakken met weinig aanbieders.
De aandacht, eerst voor de klant, deze het prijs-kwalitatief naar de zin te maken, verplaatste zich naar de overheid als regel- en opdrachtgever, vergunning- en subsidieverstrekker. Die kon zorgen voor lucratieve activiteiten. Ook de overheidsdiensten hadden steeds meer oog voor de alsmaar beter gevulde schatkist dan dat zij zichzelf afvroegen of de hogere uitgaven wel gerechtvaardigd waren gelet op de door de burger gewenste dienstverlening.
Opleiding bevolking
Een veel groter deel van de bevolking ging algemeen vormend onderwijs volgen. De α- en γ- wetenschappen werden opgeblazen of zelfs uit de grond gestampt. De zo zogenaamd hoogopgeleide mensen konden eigenlijk ’niks’, uit afstudeerscripties blijkt geen academisch denk- en werkniveau, ze ontbeerden praktische levenservaring, maar stroomden in organisaties zonder de werkvloer te kennen op midden of hogere beleid- en bestuur posities binnen. Doe-functies werden op grote schaal slechter betaald en voorbij gestreefd door praat-functies.
Verschraling sociaal leven
Traditionele sociale instituties, met een moreel vormende waarde, werden zwakker. Naast de ontzuiling, mensen voelden zich minder betrokken bij een bevolkingsgroep, ook ontkerkelijking, ging het verenigingsleven in betekenis achteruit. Mensen gingen, door opleiding of ander werk, vaak uit hun eigen buurt weg. Een belangrijk hulpmiddel voor sociale en politieke vorming door ’significant others’ in de directe sociale omgeving verzwakte. Ouderen kwamen in bejaardenhuizen terecht. Opvattingen van wijze mensen wier gedrag men ook kende omdat zij deel uitmaakten van de eigen leefomgeving werden steeds minder gehoord.
Relatief kennisverlies over de maatschappij
De verschraling van zijn sociale leven viel voor de burger ongelukkig samen met de toegenomen complexiteit van zijn samenleving. Over veel nieuwe beleidsterreinen en de noodzaak van beleid wist hij niets. Persoonlijke ervaring of ervaring in zijn directe sociale omgeving ontbrak. Er kon hem van alles wijs gemaakt worden. Aan zijn eigen krantje had hij ook niks meer. Noodlijdend, de onderzoeksjournalist de deur al uit gedaan, fuseerde het tot een van advertenties en gratis verkregen propagandakopij afhankelijk provinciaal of zelfs landelijk dagblad. Ervaring met de werkvloer werd vervangen door wat de met het beschikbaar gekomen extra geld opgerichte pr- en communicatieafdelingen de mensen wilden laten denken. Zij mochten het zicht op wat er werkelijk gebeurde of werd nagelaten in al die veelal nieuwe of tenminste uitgebreide organisaties ontnemen.
Opkomst televisie
Het morele gat in zijn sociale leven en zijn kennishiaat over zijn samenleving werd voor de burger vooral opgevuld door de komst van de televisie. Avond aan avond, uren achtereen, werden de bevolking bepaalde maatschappijbeelden voorgehouden. Zowel in amusement- als in zogenaamde informatieprogramma’s. Voor de camera bleek wel heel gemakkelijk profijtelijk een overtuigende schijnwereld te kunnen worden opgetrokken. Bovendien konden nog nooit eerder met zo weinig mensen zoveel andere mensen bereikt worden. Televisie werd een gigantisch machtsmiddel in handen van hen die er controle over kregen.
Hoe deze maatschappelijke ontwikkelingen hun uitwerking hadden op het partijpolitieke stelsel komt in een volgend artikel aan de orde.
Theo
Beetje eenzijdig, maar zeker interessante kijk op verandering van het zijn van de burger.
Wat mist is denk ik de houding van de mens zelf.
Er zijn altijd politieke partijen geweest en informatiekanalen op het internet/tv waarmee mensen een andere beweging mee konden beginnen, maar dat wil de massa niet.
De massa is/was/blijft dom en daar maakt al heel lang een kleine groep misbruik van.
Voor mij is de enige constante God. Die ooit op een onbepaald moment deze cyclus gaat doorbreken
Volgens mij is de belangrijkste reden de opmars van de maakbare samenleving. De reden dat de overheid meer is gaan doen heeft niet alleen maar te maken met een economisch surplus, of de mogelijkheid meer belasting te innen. De staat ging een betere samenleving scheppen.
Met de verschrikkingen van WO II in herinnering ontstond een beweging die zeer sterk tegen klassieke waardes was georienteerd. Een beweging tegen kerken, en die rollen van de familie verplaatste naar het staatsdomein. Zorg voor ouderen, gratis onderwijs ook op universitair niveau, uitkeringen voor alleenstaande vrouwen. Sexuele patronen werden veranderd.
Er ontstond een maakbare samenleving gebaseerd op nieuwe waardes. De TV brak sociale structuren nog verder af. Men werd minder afhankelijk van familie en naasten, maar tegelijkertijd meer en meer afhankelijk van bureaucraten.
In plaats van dat je van je eigen bloed, je eigen familie, of de directe omwonenden in je (kerk) gemeenschap afhankelijk was, en ook zelf voor deze mensen een zekere verantwoordelijkheid droeg, werd je nu afhankelijk van derden. Van vaak anonieme overheidsdienaren die volgens protocollen en regeltjes bepaalden wat je mocht doen en waar je recht op had.
Philosoof G&R Eigenwijs [3] reageerde op deze reactie.
@ratio [2]:
Een ramp voor actief zelfstandige karakters, en een zegen voor de
volg samen.
Helaas schijnen de volgelingen, in de meerderheid te zijn!
Maar zij zijn er nu eenmaal!!
Comments are closed.