Stel dat er een investering is van 7,5 cent. Die een halve eeuw later tienduizend gulden oplevert. Klinkt als bitcoin? Bijna goed. Het is een postzegel. Postzegels hebben van de jaren dertig tot ongeveer 1980 een enorme waardestijging doorgemaakt. In dit artikel analyseer ik, met de wijsheid van het heden, de gouden periode van de postzegel als beleggingsobject.
Ideale zegels vanuit een beleggingsperspectief zijn zeldzaam en gewenst en in goede conditie. Dit kunnen zegels zijn die zeldzaam zijn door de hogere nominale waarde. Het kunnen ook zegels zijn waarvan er niet veel werden verkocht. Met name enkele toeslag zegels waren in het verleden minder gewenst en doen nu goede prijzen. Maar ook roltanding, telegraaf, armenwet, en andere speciale zegels doen tot op heden goede prijzen.
In deze analyse ga ik uit van de prijzen van gestempelde zegels. De plaatjes die ik als voorbeeld verschaf zijn ongestempeld.
Topstukken met hoge nominale waarde
De topstukken, vijf gulden zegel nr 48 (Wilhelmina hangend haar, verkocht 34 duizend stuks, uitgegeven 1896) en de tien gulden zegels nvph nr’s 80 en 101 (verkocht 15 duizend en 23 duizend stuks, uitgegeven 1899 en 1913). Deze belegging geeft een heel leuk rendement indien de zegels in 1934 zijn aangeschaft. In minder dan 50 jaar van hfl12,50 voor een gestempeld exemplaar naar 3000 gulden. Zelfs voor inflatie gecorrigeerd een heel leuk rendement. (cpi is volgens het cbs tussen 1934 en 1978 vernegenvoudigd, een zegel van 10 gulden aanschaf in 1934 zou indien deze 90 gulden kost in 1978 geen rendement geven anders dan koopkrachtbehoud, deze zegels doen het duidelijk beter).
Bij uitgifte minder populaire toeslag zegels
De Nederlandse verzamelaar had wat moeite met toeslag zegels. Toeslag zegels hebben een toeslag voor een bepaald goed doel. Bekend en door de verzamelaar geaccepteerd zijn de kinderzegels. Toeslagzegels voor tuberculose bestrijding, herstel van de gebrandschilderde ramen van de Goudse kerk, of voor het Nederlandse SS vrijwilligerslegioen deden het minder goed bij de verzamelaar. De zeldzaamheid is terug te vinden in de hogere prijzen.
De twee zegels “Goudse glazen” geven een leuk rendement, gestempelde exemplaren stijgen van 35 cent naar 125 gulden. Een meer dan driehonderd voudige waarde stijging. Ofwel een stijging van dertigduizend procent over een periode van een halve eeuw.
De toeslagzegels voor het Nederlandse SS vrijwilligers legioen waren minder geliefd. En dit zorgt voor een leuk rendement. In 1953 kon u beide blokken samen gestempeld aanschaffen voor 5 gulden, nog geen 25 jaar later stond deze in de catalogus voor 325 gulden.
De driegaatse vierzijdige roltanding zegel van 7,5 cent violet
Waarschijnlijk de beste belegging ooit is de 7,5 cent vierzijdige roltandszegel met drie gaten aan de zijkant. Er zijn ongeveer 1500 zegels door de Kasvereniging NV in Amsterdam in omloop gebracht. Daarnaast zijn er zegels aan het filatelieloket in Amsterdam verkocht. Het betreft zeer zeldzame zegels. Deze zegels kostten gestempeld 20 gulden in 1934. In 1978 stond deze voor de vijfhonderd voudige prijs in de catalogus (gestempeld tienduizend gulden). Indien u 1 gulden in dertien van deze zegels investeerde in 1927 bij het filatelie loket dan bracht dit meer dan een ton op in 1978.
Conclusie
Niet alle zegels zijn zo spectaculair in prijs gestegen. Dit zijn de sterkste stijgers. Met deze cijfers in het achterhoofd is het niet meer zo gek dat hele volksstammen postzegels zijn gaan verzamelen. Een onschuldig begonnen hobby veranderde voor velen in een bescheiden appeltje voor de dorst. En dit veranderde soms in speculeren. De PTT speelde hierop in en profiteerde van deze trend. Verzamelen transformeerde in jaarseries kopen, eerste dag bladen, kaartjes en enveloppen. Maar dat is een onderwerp voor een mogelijk vervolg artikel. Hieronder een krantenbericht waarin postzegelverzamelaars zich druk maken om toeslagzegels als de Goudse glazen. bron. Indien meer mensen zo dachten en de PTT geluisterd had was het postzegel verzamelen niet zo uit de hand gelopen. Na 1980 / 1990 was het verzamelen veranderd in een commercieel circus. Waaraan ook de NVPH aan meewerkte.
Ratio als jager/verzamelaar 😉 Van postzegels.
Wel een interessante vraag; zullen de verzamelaars het herstel van de gebroken ruiten van de Goudse kerk gaan betalen? Nee hé, daar zijn ze niet voor. Wel voor het incasseren van gratis geld, (koers)winst.
Dat lijkt wel kwantumfysica; gratis extra rekencapaciteit, gratis extra energie, etc. op het oog voor de profiteurs, hoewel gratis feitelijk niet bestaat en de lasten ergens buiten beeld gedragen worden. Wel de lusten, niet de lasten. Waarom klinkt dit zo bekend in de oren?
Als ik het goed begrijp is het goed dat ik niet ben ingestapt in 1978. Dat was ook absoluut onmogelijk gezien mijn zeer jonge leeftijd en financiële situatie toen. Bovendien kwamen daarna nog wat dieptepunten in mijn leven waarin de postzegels zeker verkocht zouden worden, om aan geld te komen. En dan ga ik er vanuit dat er kopers waren, dat ze niet bij het oud papier waren beland.
Ik ben zeer benieuwd hoe de grafieken na 1978 verder gaan.
frits [6] reageerde op deze reactie.
ratio [7] reageerde op deze reactie.
Hoeveel postzegels komen er op de markt als de babyboomers dood gaan? Zijn daar wel kopers voor?
Maar [5] reageerde op deze reactie.
‘Stel dat er een investering is van 7,5 cent. Die een halve eeuw later tienduizend gulden oplevert.’
Een (mogelijk) hoog rendement, maar ook een groot risico dat die 7,5 cent uiteindelijk niet gaat renderen. Dat de postzegels bij het oud papier belanden.
Hoe groot is de kans dat de postzegels vroeg of laat bij het oud papier belanden en hoe groot is de kans dat ze ooit honderdduizend keer zoveel op gaan leveren?
De vraag is of je je kinderen of kleinkinderen op wilt zadelen met een belegging die momenteel niks waard is maar mogelijk ooit iets waard wordt, maar misschien wordt het nooit meer wat waard.
Als zelfs opkopers het niet willen hebben, misschien is er iemand die het met veel gedoe gratis af komt halen, wat is het dan waard? Wordt het dan geen tijd om het weg te doen zodra het in de weg staat of geld of moeite kost?
Hoewel er overeenkomsten zijn tussen edelmetaal en postzegels, edelmetaal was nooit zo goedkoop als postzegels, en ook nooit zo duur. Er zijn kosten om het uit de grond te halen, het wordt niet gedrukt als een postzegel. En er is altijd een wereldwijde markt.
@Nico de Geit [3]: als de babyboomers dood gaan zijn die zegels niets meer waard. Dan worden flippo’s weer geld waard. Dus weet wat je te doen staat….
@Nico de Geit [2]: Je had ook in geiten kunnen beleggen Nico… maar ja,
@Nico de Geit [2]: ***
Ik ben zeer benieuwd hoe de grafieken na 1978 verder gaan*** slecht voor de belegger. Ik weet niet of ik die nog publiceer of dat ik eerst de rol van de PTT probeer aan te tonen in deze bubble. Of dat ik gewoon over andere onderwerpen artikelen ga schrijven.
Nico de Geit [8] reageerde op deze reactie.
De Matchbox-autootjes schijnen ook prijzig te zijn, althans: sommige gewilde exemplaren. Maar wat gebeurt er met de prijs als de mensen die er vroeger mee gespeeld hebben dood zijn?
@ratio [7]:
Wat is er nou interessanter dan postzegels? Vogels spotten? Het gaat uiteindelijk om het begrijpen van de psychologie achter de bubble, achter de hype. Bubbles en hypes herhalen zich steeds. Daar kun je rijk mee worden maar ook arm.
Geen mooier voorbeeld dan de Gouden Glazen om te illustreren, hoe onwijs het is, je geld te beleggen in postzegels.
Hoewel deze serie qua rendement een zeldzame uitschieter is, is de handelswaarde van een serie postfris zonder plakker in de 87 jaar sinds de datum van uitgifte niet zodanig in waarde gestegen, dat van een behoorlijk rendement kan worden gesproken.
De investering bedroeg destijds vermoedelijk 11,5 cent: 7,5 cent frankeerwaarde plus
4 cent toeslag : het equivalent van circa 130 eurocent in 2018.
De serie noteert momenteel in de handel ( en dalende) circa 15 euro.
Dit betekent een waardetoeneming in reële termen van circa 1050 procent of circa twee procent samenstelde interest per jaar. Ik reken dan niets voor de kosten van opslag en verzekering en onderstel dat de serie er nog net zo uitziet als op het moment van oorspronkelijke aankoop, hetgeen helaas niet altijd het geval is. Roest of vlekken kunnen gemakkelijk tot een waardevermindering leiden van 50 procent of meer.
Tevens acht ik het uitgesloten, dat een postzegelbeleggingsportefeuille uit 1931
uitsluitend stukken bevat, die gemiddeld met een dergelijk percentage in waarde zijn gestegen.
Postzegels: men verzamele ze voor zijn of haar plezier. Schrijf ze direct na aankoop af; de kans op waardehandhaving is gering.
Hugo van Reijen
ratio [10] reageerde op deze reactie.
@hugo van reijen [9]:
Dit is geen pleidooi om nu postzegels te verzamelen vanuit beleggingsoogpunt. Ik besloot een analyse te maken van de rendementen van postzegels als beleggingsobject.
wat me opviel was dat er een “gouden periode” was met prijzen die veel sterker stegen dan de inflatie. Ik pak er natuurlijk de mooiste gevallen uit, maar voor heel veel zegels gold dat er een rendement was boven de inflatie. Niet alleen de hier door mij behandelde zegels.
Als je gaat kijken na 1980, dus instappen op het hoogtepunt, dan zie je, zeker als je met inflatie rekening houdt, negatieve rendementen. En dan geeft de NVPH catalogus de laatste decennia geen realistisch beeld meer.
Wat ik interessant vind en nog niet heb uitgewerkt is de rol van de PTT, die jaar na jaar steeds meer zegels is gaan uitbrengen, incl velletjes, boekjes, FDC’s, etcetera. En daarmee het verzamelen van postzegels transformeerde richting een beleggingsactiviteit, het kopen van jaarsetjes.
hugo van reijen [11] reageerde op deze reactie.
@ratio [10]:
Alle zegels uitgegeven vanaf de zeventiger jaren zijn te koop ver beneden de nominale waarde. FDC’s ,vanaf de zestiger jaren, brengen in bulk circa twee cent per stuk op.
ratio [12] reageerde op deze reactie.
@hugo van reijen [11]: klopt, alleen wil de NVPH dat niet toegeven en daarmee is hun catalogus in zekere zin misleidend. Ze laten de illusie in stand dat deze zegels nog wat waard zijn. Als je kijkt op de catawiki veiling dan zie je realistischere prijzen.
hugo van reijen [15] reageerde op deze reactie.
Postzegels zijn inmiddels verschillende keren voorbij gekomen op Vrijspreker. De handel erin heeft voor mij het karakter van ‘wat de gek ervoor geeft’. Is dat niet zoiets als (denk)beelden vereren en die monetariseren, zoiets als een Ponzi scheme?
Verder is de inhoud (van bijv. een brief) toch de hoofdzaak? Dat maakt de papiersoort van de brief, de enveloppe en de postzegel tot bijzaken. Een teken des tijds? Dat er meer aandacht wordt geschonken aan bijzaken dan hoofdzaken?
Opvallend; aan filatelie wordt verschillende uitleg gegeven. De liefde voor het verzamelen van postzegels (of verzamelwoede?), de liefde voor het bestuderen van postzegels en postgeschiedenis.
Het woord filatelie komt kennelijk van zoiets als ‘liefde voor onbelast’ (voor de ontvanger, de verzender heeft al betaald).
Liefde voor onbelast lijkt een libertarische gedachte, hoewel het in libertarische hoofden niet lijkt op te komen dat liefde op zich liefst onbelast door het leven gaat. De puur natuurlijke belasting (levensenergie investeren om de energiebron in stand te houden) is een andere belasting dan dwingelandij van medemensen.
In de woordherkomst van filatelie schemert ook staatsreligie door á la ‘Jezus heeft onze zonden op zich genomen’; de een de lusten, de ander de lasten. Zoals bij kerstfeest; Jezus, die voor ons is gekruisigd, is jarig en ‘dus’ schenken we anderen een kadootje plus nog wat schijnheilige woorden om het ritueel compleet te maken.
Bij gezonde sociale verhoudingen worden lusten en lasten gelijkelijk verdeeld of is er bij gebrek daaraan ‘no deal’. Van nature overleven uitvreters (of het doelwit) niet.
hugo van reijen [16] reageerde op deze reactie.
Misschien dat filatelisten hier iets over kunnen zeggen:
In het verleden was een post-zegel het zegel van degene die de post van vorst bekleedde. Of de kop van die vorst. Vanaf een bepaald moment verscheen dat zegel of die kop niet meer op een postzegel; vergelijk met munten (met ‘kop en munt’, ‘head or tales’, ‘head or pile’).
Tegenwoordig kun je postzegels met je eigen beeltenis bestellen – zeldzaam en ‘dus’ waardevol? Nee hé?
Zou het kunnen zijn dat de veronderstelde waarde van postzegels daalt omdat de denkwijzen in die regeerperiode / dat (tijds)vak niet meer waardevol worden geacht?
@ratio [12]:
Heb nog nooit iemand van de NVPH gesproken die dit ontkent en ik spreek ze dagelijks.
@Nico [13]:
Inderdaad : Philos van de ateleia.
Comments are closed.