Wanneer politici en ambtenaren hun beloftes weer eens breken, krijgen we vaak te horen dat zoiets opgelost kan worden als we de goede mensen in de regering krijgen. Echter, het falen van de overheid is simpelweg ingebouwd in het instituut zelf. De natuur van de staat is gekant tegen succes. Hier zijn tien oorzaken waarom mislukking gegarandeerd is:
I. Kennis
Overheidsbeleid heeft de pretentie van genomen beslissingen op basis van gedegen informatie. Maar marktkennis is niet gecentraliseerd, systematisch, georganiseerd en algemeen maar specifiek, verspreid, heterogeen en individueel. Het verschil met de staat en de markteconomie is dat er in de markt veel deelnemers zijn en er een continue proces van trial and error gaande is. Politici – meestal uitblinkend door een gebrek aan vakkennis en gedreven door partij- en lobbybelang – corrigeren een foutieve beslissing nooit maar blijven daaraan vasthouden en stoppen het dicht met belastinggeld of gaan ‘een diepgaand onderzoek instellen’ zonder consequenties.
II. Informatie ongelijkheid
Terwijl er ook informatie ongelijkheid is in de markt, bijvoorbeeld tussen de verzekerde en de verzekeraar of de autodealer en de koper, is de informatie ongelijkheid in publieke sector veel groter dan in de private sector. Er zijn verschillende verzekeraars en vele autodealers maar er is slechts één overheid. De politici zijn de vertegenwoordigers van de staat en hebben geen belang bij een goed resultaat zoals de burger dat wel heeft. De burger checkt voor- en nadelen en gaat voor de beste deal maar de politicus laat zich door persoonlijk voordeel, eigen prestige of andere belangen leiden. Vandaar dat het ICT debacles regent bij de staat, de OV kaart zo lek als een mandje is en alle infrastructuurprojecten eindeloos lang duren en veel te veel kosten.
III. Het wegdrukken van de particuliere sector
Overheidsbemoeienis elimineert geen markttekortkomingen maar schept ze juist door het wegdrukken van het particuliere initiatief. Als er geen dominantie van de staat was op het gebied van onderwijs en sociale voorzieningen dan zou de markt deze taken efficienter, beter en voordeliger uitvoeren. De staat is constant bezig om particulier terrein te veroveren om haar macht en invloed uit te breiden en kiezers te trekken. De resultaten hiervan zie je in de voortdurende verslechtering van het onderwijs dat een politiek-correcte diplomamachine is geworden.
IV. Tijdsverschil
Overheidspolitiek lijdt aan een enorm verschil tussen de diagnose en het resultaat. De overheid maakt zich erg druk om haar macht en haar antennes zijn gericht op signalen die relevant zijn voor het machtspel. Als er een probleem is gevonden dat machtsgevoelig is, wordt er een diagnose gesteld. Daarna ontstaat er een vertraging totdat de autoriteiten overeenstemming hebben bereikt over hoe het probleem moet worden aangepakt. Dan duurt het nog een tijd totdat de juiste politieke middelen en de nodige politieke steun is gevonden. Nadat uiteindelijk de maatregelen zijn geïmplementeerd, verstrijkt er nog een hele periode tot er een effect tevoorschijn komt. Het verstrijken van de tijd tussen het onderkennen van het probleem en de oplossing is zo lang dat de aard van het probleem en de context vaak fundamenteel is veranderd. De resultaten van overheidsinterventies – inclusief het monetaire beleid – wijken daardoor niet alleen af van het oorspronkelijke doel maar produceren ook meestal het tegenovergestelde resultaat.
V. Subsidiesponzen, multinationals en special interestgroepen
De schatkist en wettenmachine van de overheid trekt subsidiesponzen, multinationals en belangengroeperingen aan. Voorbeelden zijn de innige verhouding van Rutte met concerns als Unilever en Shell, de ‘duurzame’ energie industrie en allerlei genderneutrale en politiek-correcte initiatieven. Er is een continue druk om nieuwe privileges en belastinggeld weg te geven om steun en stemmen te winnen. Deze praktijk vergroot het aantal belanghebbenden en het gevaar van corruptie en vriendjespolitiek wordt levensgroot. Hoe meer de staat zich hiermee bezig houdt, des te sneller zakt het land af naar cliëntelisme, corruptie en een verkeerde toewijzing van middelen.
VI. Stemmenruil en dealtjes
Tussen de politieke partijen is er een levendige uitwisseling van steun voor andermans favoriete projecten om zodoende het eigen stokpaardje er doorheen te krijgen. Dit gedrag werkt de doorgaande uitbreiding van overheidsactiviteiten in de hand. Door het ‘voor wat, hoort wat’ van het politieke proces ondersteunen de makers van wetten stukjes wetgeving van andere partijen in ruil voor politieke steun voor hun eigen project. Zoiets leidt tot inflatie van wetgeving’, de lawine van overbodige, tegenstrijdige en nadelige wetgeving.
VII. Algemeen belang
Het zogenaamde algemeen belang is geen goed gedefinieerd concept. En een vergelijkbare term zoals die van het ‘publieke zaak’ slaan de plank mis omdat men collectieve zaken beter en efficiënter inschat dan individuele inspanningen. Dit is echter het geval met alle goederen en de markt zelf is een systeem voor het leveren van particuliere goederen door middel van samenwerkingsinspanningen. De markteconomie is een collectieve leverancier van goederen omdat het concurrentie en samenwerking combineert. Elk van de zogenaamde ‘publieke goederen’, die de overheid levert, kan de particuliere sector ook leveren – en goedkoper en beter ook. In tegenstelling tot de staat omvat de samenwerking in een markteconomie concurrentie en dus niet alleen economische efficiëntie maar ook de prikkel tot innovatie.
VIII. De reguleringsval
De reguleringsval duidt op een overheidsprobleem waarbij de regelgevende instantie niet de oorspronkelijke bedoeling nastreeft om het ‘publieke belang’ te promoten, maar het slachtoffer wordt van het speciale belang van de te reguleren groepen. De verstrengeling van bijvoorbeeld Eerste Kamer leden en hun bijbanen is een voorbeeld hoe wet- en regelgeving door belangengroeperingen georganiseerd wordt. De verschillende commissies herbergen diverse belangengroepen die om extra regulering vragen als een instrument om via de staat hun belangen te behartigen. Bijvoorbeeld om concurrentie buiten de deur te houden of buitenlandse producenten extra te belasten met importheffingen.
IX. Kortzichtigheid
De politieke horizon is de volgende verkiezing. De politicus geeft de voorkeur aan korte termijn projecten boven de lange termijn ook als deze nadeliger zijn en qua kosten hoger uitpakken. Daarnaast is men dagelijks bezig om prestigeprojecten op te zetten en vol op het orgel te gaan voor wat betreft principekwesties in de wetenschap dat dit de nodige media exposure geeft. Als de overheid ‘geld vrij maakt’ voor het een of ander beseft het publiek nauwelijks dat de overheid geen geld heeft maar dit afneemt van de bevolking of leent op kosten van het volk.
X. Rationele onwetendheid
Het is rationeel voor de individuele kiezer in een massademocratie om onwetend te blijven over de politieke kwesties omdat de waarde van de stem van het individu zo klein is dat het geen verschil maakt voor de uitkomst. De rationele kiezer zal stemmen voor die kandidaten die de meeste voordelen beloven. Gezien het geringe gewicht van een individuele stem in een massademocratie, zal de rationele kiezer niet veel tijd en moeite spenderen om te onderzoeken of deze beloftes realistisch zijn of in strijd zijn met zijn andere verlangens. De politieke campagnes hebben dus geen informatie en verlichting als doel maar desinformatie en verwarring. Wat uiteindelijk telt, is om stemmen te krijgen. Niet de degelijkheid van het programma is belangrijk, maar het enthousiasme dat een kandidaat met zijn aanhangers kan creëren en hoeveel hij zijn tegenstander kan degraderen, aanklagen en vernederen. Dientengevolge veroorzaken verkiezingscampagnes haat, polarisatie en wraaklust.
Bron: Activist Post
Ze willen er een controle maatschappij van maken?
jhon [2] reageerde op deze reactie.
@only you [1]: Een couveuse maatschappij 🙂
Sterke en onpartijdige/nuchtere analyse van een waanzinnig complex onderwerp, en ook nog eens goed vertaald (dank!). Nou nog een bruikbaar recept voor een effectieve revolutie.
Comments are closed.