Politici in Europa gebruiken het JD Vance en Trump externe vijand excuus om het existentiële probleem van een systeem dat afbrokkelt te verhullen. De statistische nachtmerrie die is opgebouwd rond wat politici de “verzorgingsstaat” noemen, is een list gebleken om bureaucratie te vermenigvuldigen en een afhankelijke subklasse te creëren.

De verzorgingsstaat was nooit duurzaam maar werd gecreëerd als een betaalbare luxe die rijke economieën konden financieren met een sterke economische groei en een solide productieve sector. Europese regeringen negeerden echter de noodzaak om economische groei en productiviteit te bevorderen om de verzorgingsstaat te financieren.

Bovendien, toen de globalistische agenda (klimaat, gender, oorlog) in alle segmenten van het Europese politieke landschap doordrong, begonnen politici steeds meer zogenaamde “crisismaatregelen” op te nemen in een trend die ertoe leidde dat Europa vergat welvaart te creëren en zich volledig richtte op extractieve en confiscatoire beleidsmaatregelen.

We hebben een geleidelijke vernietiging van de productieve sector gezien, verstikt door voortdurende belastingverhogingen en bureaucratische en regelgevende beperkingen, terwijl overheidsbegrotingen ongecontroleerd toenamen.

De economie van de Europese Unie werkt volgens een omgekeerd economisch model. Het stelt uitgaven voor sociale rechten als pijler, in plaats van te zien dat de verzorgingsstaat op zijn best een gevolg is van het creëren van welvaart en geen oorzaak. Zonder een bloeiende particuliere sector is er geen welzijn. Politici moeten begrijpen dat je burgers geen sociale programma’s kunt bieden als de productieve economie verzwakt is door een verstikkende bureaucratie.

In de laatste schattingen van Eurostat lag de verhouding van sociale verzekeringspensioenrechten tot het BBP tussen de 200% en 400% in Europese economieën. De niet-gefinancierde financiële verplichtingen zijn zo groot dat ze alleen in een enorm verzwakte valuta zullen worden betaald als het huidige economische beleid wordt voortgezet.

Frankrijk is het beste voorbeeld van deze ‘omgekeerde’ benadering van de economie. Het vooropstellen van rechtenuitgaven in het economische beleid heeft geleid tot decennia van stagnatie, hoge schulden en sociale ontevredenheid. Belastingbetalers zijn het zat en ontvangers van rechten worden gedegradeerd tot een afhankelijke subklasse.

De truc is de volgende: overheidsuitgaven stijgen enorm en alles wat wordt uitgegeven, wordt gerechtvaardigd onder de vlag van ‘sociale uitgaven’. Tekort en schuld nemen toe, dus verhoogt de overheid de belastingen om de begroting in evenwicht te brengen. Als de economie groeit, groeien de uitgaven sneller en als de economie in een recessie terechtkomt, geeft de overheid nog meer uit om burgers te ‘beschermen’. Zo stijgen de belastingen nog sneller.

Het voortdurende proces van onteigening van productieve rijkdom wordt een last voor groei, investeringen en productiviteit. Bovendien genereren meer belastingen lagere incrementele inkomsten en een gedemotiveerde zaken- en beroepsbevolking die het onmogelijk vindt om te gedijen naast de last van bureaucratie en belastingen.

Macron zegt dat Europa ‘ondergefinancierd’ is. Deze bewering is uiteraard onjuist, maar is nog minder geloofwaardig als we kijken naar alle niet-gefinancierde toezeggingen.

Europa moet de huidige hoge belastingen en de bureaucratie drastisch inperken en onnodige uitgaven schrappen zodat de pensioen- en zorgstelsels levensvatbaar blijven. Dit betekent dat er stevig bezuinigd moet worden op budgetten en politieke uitgaven moeten worden geëlimineerd. Geen enkele politieke partij wil dit echter doen omdat duizenden van hun leden afhankelijk zijn van overheidsbanen. De situatie is zo wanhopig dat Europese landen niet eens het broodnodige defensiebudget kunnen verhogen, ondanks dat ze de urgentie daarvan erkennen.

De onbetaalbare verzorgingsstaat van Europa werd dit ten koste van haar bedrijven en belastingbetalers. Europa heeft menselijk kapitaal, geweldige zakenmensen en innovatieve ondernemers. Ze wordt echter van binnenuit vernietigd door een politieke klasse die liever hoge inflatie en een zwakkere munteenheid ziet dan haar greep op de economie te verminderen.

Bron: Daniel Lacalle