Het al dan niet handhaven van een octrooiwet is een interessant probleem vanuit libertarisch perspectief. In 1867 schaften de liberalen de in 1817 ingevoerde octrooiwet in Nederland af, simpelweg omdat deze volgens hen een vrije marktwerking in de weg stond. Later in de negentiende eeuw werd de wet onder druk van andere Europese landen opnieuw ingevoerd en tegenwoordig lijkt zij een vanzelfsprekendheid.
Een van de meest gehoorde argumenten voor een octrooiwet is dat zij innovatie en de kenniseconomie zou stimuleren. Bedrijven die een nieuw product ontwikkelen krijgen immers het voorrecht om enkele decennia een monopoliepositie op de nieuwe markt te houden. Vooral in de pharmaceutische industrie, waar per medicijn zo’n 500 tot 800 miljoen euro geïnvesteerd moet worden, lijkt een octrooiwet noodzakelijk.
Niet noodzakelijk
Nadere studie leert dat de octrooiwet voor de pharmacie niet zozeer een bescherming is tegen concurrentie, als wel een compensatie voor overheidsingrijpen. De samenstelling van een nieuw medicijn moet namelijk openbaar gemaakt worden en er mag geen publieke reclame gemaakt worden voor medicijnen. Deze regels zorgen ervoor dat het product van de innovator voor consumenten niet onderscheidbaar is van zogenaamde generieke medicijnen. De concurrenten hoeven geen investering terug te verdienen en kunnen veel goedkoper hun producten aanbieden. Kortom, zonder juridische bescherming tegen concurrentie kunnen de innovatieve bedrijven het nu wel schudden.
Waarom heeft de pharmaceutische industrie het niet net zo makkelijk als Coca Cola, dat al tientallen jaren een recept geheim mag houden en waar iedereen wel eens van gehoord heeft? Of als HP, dat veel last heeft van namaakindustrie, maar dat door innovatie en goede marketing een groot deel van de markt bedekt?
De moeilijkheid zit in de ethische bemoeizucht van de staat. Zij vindt dat produkten die van groot “maatschappelijk belang” zijn, uiteindelijk door iedereen gemaakt moeten kunnen worden. Vandaar dat de bestanddelen van medicijnen niet geheim mogen blijven. Waarom publiekelijke reclame voor medicijnen verboden is, is onduidelijk, maar waarschijnlijk ligt ook hier een emotioneel argument aan ten grondslag.
Als de pharmaceutische industrie de bestanddelen van medicijnen niet openbaar hoefde te maken en/of promotie mocht maken voor haar producten, dan was ze zeer waarschijnlijk niet meer afhankelijk van octrooibescherming om te kunnen voortbestaan.
Dus een octrooiwet is geen noodzaak; maar is het dan niet in het algemeen rechtvaardig als een uitvinder het alleenrecht op zijn uitvinding heeft? Het is immers de vrucht van zijn geestelijke arbeid, is het stelen van een idee niet net zo verwerpelijk als het stelen van producten?
Niet rechtvaardig
Strikt genomen is er een groot onderscheid tussen ideeëndiefstal en goederendiefstal: In het eerste geval kan de rechtmatige eigenaar na de diefstal nog steeds onverminderd gebruik maken van zijn eigendom, in het tweede geval heeft hij niets meer. Een idee is ongehinderd oneindig vaak te kopiëren. Dit maakt het als object stukken minder waardevol dan tastbare voorwerpen, waarin altijd een vorm van schaarste heerst. Men zou zelfs kunnen stellen dat een idee op zich volkomen waardeloos is.
Er moet veel gebeuren voordat een uitvinding door de uitvinder ten gelde kan worden gemaakt: in de eerste plaats moet hij zijn idee herkennen als iets dat commercieel interessant is. Vervolgens moet hij het ontwikkelen, testen en produceren. Dan moet hij het nog promoten en verkopen (vergunningen en andereoverheidblokkades buiten beschouwing gelaten). Dit hele proces maakt van het idee een waardevol product. Of waardeloos, als alsnog niemand het wil hebben.
Stel nu dat de uitvinder een goed idee heeft en dat aan zijn buurman vertelt. De uitvinder zelf ziet er niets in, maar de buurman denkt dat het interessant is en hij verwerkt het idee tot een commercieel succesvol product. Is dat onrechtvaardig? Behoort de winst van de buurman eigenlijk aan de uitvinder toe? Nee, want de uitvinder heeft iets waardeloos aan zijn buurman gegeven. Alle waardevermeerdering heeft de buurman zelf bewerkstelligd en de winst komt dus aan hem toe.
Als de uitvinder het zelf wel als een interessant idee ziet, is hij vrij om het geheim te houden of om een zakelijke overeenkomst te sluiten met zijn buurman als hij deze bij de productie wil betrekken.
Niet stimulerend
Om terug te komen op de vermeende stimulerende werking van een octrooiwet kan men zich afvragen hoe goed het is voor de economie als een goed idee in handen is van één individu of bedrijf, dat er al dan niet mee verder wenst te gaan. Let wel: het is het volste recht van een uitvinder om zijn idee voor zich te houden en er niets mee te doen, maar om dit wettelijk te beschermen zal zeker de economie niet baten. Het moge duidelijk zijn dat consumenten uiteindelijk meer voordeel hebben bij vrije concurrentie dan bij wettelijke monopolies. Kortom, de octrooiwet heeft een stagnerende werking, terwijl de keuze voor vooruitgang bij de uitvinder zou moeten liggen.
Daar komt bij dat op Europees niveau een arbitrair moreel standpunt via het toekennen van octrooien wordt opgedrongen. Zo worden bijvoorbeeld geen octrooien toegekend voor uitvindingen op het gebied van gentechnologie, menselijk klonen, of dierproeven waarbij “het lijden niet opweegt tegen het nut”. Dit draagt nog verder bij aan de stagnerende werking op de vooruitgang van de wet.
Conclusie
Samenvattend kan gesteld worden dat de noodzaak voor een octrooiwet louter voortvloeit uit de bemoeizucht van de overheid. In een vrije samenleving is geen overtuigend argument te vinden om zo’n wet te handhaven. In de huidige situatie zullen wij met de wet opgescheept blijven zitten, omdat overheden niet de neiging hebben om zich ergens uit terug te trekken en omdat ondertussen veel banen en geld gemoeid zijn met het aanvragen, aanvechten en verdedigen van octrooien.
itt coca cola gaat het in de farmaceutische industrie om een enkele molukuul als werkzame stof, deze kan natuurlijk zeer gemakkelijk nagemaakt worden met de technieken van tegenwoordig
Kun je dit gelijkschakelen met copyright of zitten daar nog specifieke punten aan?
Geert: “Als de uitvinder het zelf wel als een interessant idee ziet, is hij vrij om het geheim te houden of om een zakelijke overeenkomst te sluiten met zijn buurman als hij deze bij de productie wil betrekken”
En hoe voorkom je dat die buurman je idee gewoon pikt en er zelf mee aan de slag gaat ?
Als je dat namelijk niet kan voorkomen is het voor veel uitvinders of R&D bedrijven zinloos nog iets aan productontwikkeling te doen. FFI noemde hierboven al de farmaceutische industrie. Daar kost de productontwikkeling miljarden. Dat ga je als bedrijf niet investeren als je het niet kan terugverdienen.
Het ontbreken van de bescherming van intellectueel eigendom heeft een enorme stagnerende werking op innovatie en dus op de economie.
[3] Dat is een veelgehoord argument maar het staat nog maar te bezien. Zoals Geert al aangeeft heeft in de medische wereld het octrooirecht juist een belemmerende werking op innovatie (en dus de economie) omdat bedrijven 20 jaar kunnen teren op een uitgereikt (en dus afgedwongen) monopolie. De reden dat productontwikkeling in die sector miljarden kost is de enorme hoeveelheid regels die verbonden zijn aan het op de markt brengen van een nieuw medicijn.
Persoonlijk geloof ik niet dat je kunt spreken van "intellectueel eigendom". Het kopiëren van iemands idee is geen diefstal, de oorspronkelijke bedenker is immers niks kwijt. Het is me uberhaupt een raadsel hoe iemand "eigenaar" kan zijn van een bepaalde volgorde van tandwieltjes, klanken, letters of nullen en enen.
Het blijft echter een leuk onderwerp: octrooirecht (en copyrights). Omdat ook wij libertariërs er tot op het bot over verdeeld zijn. Hoe dan ook: mijn stelling is dat de enigen die écht beter worden van octrooirecht de patent-advocaten zijn.
[4]
Kirk: “Zoals Geert al aangeeft heeft in de medische wereld het octrooirecht juist een belemmerende werking op innovatie (en dus de economie) omdat bedrijven 20 jaar kunnen teren op een uitgereikt (en dus afgedwongen) monopolie”
Nee, zo’n monopolie op een idee maakt juist dat concurrende bedrijven onmiddellijk met innoveren beginnen ipv het idee te kopiëren. Ze moeten wel. Octrooibescherming stimuleert innovatie dus enorm.
Verder is het volstrekt onlogisch, dat een bedrijf grote bedragen in de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten zal steken als dat geld niet terugkomt. Als concurrenten een idee zomaar kunnen stelen en dus nauwelijks eigen ontwikkelkosten hebben, heeft de oorspronkelijke ontwikkelaar een ernstig nadeel in de concurrentiestrijd. Die concurrenten kunnen dan immers identieke producten of diensten leveren tegen een veel lagere prijs en met dezelfde of zelfs een hogere winstmarge dan de oorspronkelijke aanbieder. Het is dan slechts een kwestie van tijd voor die het bijltje er bij neer moet gooien.
Dat Coca Cola, HP en andere marktleiders hun positie kunnen behouden heeft niets met het ontbreken van octrooibescherming te maken, maar alles met het opbouwen van een sterk merk. Concurrenten kunnen identieke of zelfs betere producten leveren voor een lagere prijs, maar additionele zaken, zoals verkrijgbaarheid, service en imago blijken voor de klanten bepalend voor hun merkentrouw.
Als je als beginnend bedrijf je merk nog moet opbouwen en het juist moet hebben van innovatieve producteigenschappen is die octrooibescherming een zegen en de enige mogelijkheid om de grote jongens aan te pakken. 😉
[5] Ik ben zelf bezig met de ontwikkeling van een nieuw product dat uniek is omdat het een aantal zeer onhandige, dure, en onnodige eigenschappen van het bestaande product wegneemt. De ontwikkeling doen wij voledig zelf en de financiering tot nu toe ook. Volgens ons heeft dit product goede kans om een grote marktpositie in te nemen. Probleem is echter dat de concurenten grote jongens zijn en in staat zijn om ons idee zeer snel op de markt te brengen. Waardoor wij het nakijken hebben. De bestaande fabrikanten hebben afzetkanalen, klantenbestanden, reclame, goede naamsbekendheid, enz.., allemaal zaken die wij op moeten bouwen.
Er zijn voor ons twee manieren om dit probleem voor te zijn:
1)Octrooi, waarbij wij hoge kosten moeten betalen om wereldwijd eea vast te leggen, met het risico dat in india, china, of een oosteuropees land ons product gewoon geproduceerd wordt ondanks het octrooi met lange dure rechtzaken tot gevolg.
2) Snel en groot de markt op. Zo snel dat tegen de tijd dat de concurent ons idee wil nabouwen, wij reeds een behoorlijke marktpositie hebben. Hiervoor moeten dus inversteerders gezocht worden.
Allebij zeer risicovol, maar de laatste optie heeft mijn voorkeur.
[6] sorry voor de vele taalfouten, toetsenbord is gaar en ik heb nogal haast
[6] Walt, ook met een octrooi op zak ben je niet van de "grote jongens" af. Als zij het octrooi aanvechten, kijk je aan tegen een rechtzaak van ongeveer 5 jaar. In die tijd blijft je concurrent gewoon produceren. Een klein bedrijf houdt dit niet vol. Als de rechter jou uiteindelijk in het gelijk stelt moet je concurrent wel een flinke schadevergoeding betalen, maar de vraag is of je dan nog in business bent.
[5] Vind je het dan in de haak dat een half continent aan aids bezwijkt maar dat een fabrikant die een goedkope kloon van een medicijn op de markt bracht naar de gevangenis moest?
Verder spreek je jezelf tegen als je zegt dat aan de ene kant marktleiders het vaak van hun naamsbekendheid moeten hebben en aan de andere kant geen geld meer in ontwikkeling zullen steken als hun ze met hun patenten geen monopolie meer mogen afdwingen. Naamsbekendheid krijg je o.a. juist door innovatie en het feit de eerste te zijn met een nieuw produkt. Het is volslagen onzinnig om te stellen dat er zonder octrooien niet meer aan ontwikkeling zal worden gedaan. Ontwikkeling was er al vér voor de invoering van patentrecht.
Tot slot nog dit: er zijn inmiddels zoveel geregistreerde patenten dat het godsonmogelijk is nog iets uit te vinden dat niet op een bepaalde manier één of meer patenten van anderen schendt. Ook dit remt dus de innovatie alleen maar.
In amerika zijn er zelfs al bedrijven die niets anders doen dan het opkopen van patenten, zelf helemaal niets ontwikkelen en alleen rechtszaken voeren tegen bedrijven die deze patenten schenden. Niet mijn idee van een vrije markt.
[6]
Walt,
Het klopt dat een wereldwijd octrooi duur is en de handhaving ervan ook. Maar dat bedrag valt in het niet bij het wereldwijde marktpotentieel van een goed product. In je businessplan dien je dus gewoon rekening te houden met die investering. Advocaten zijn altijd duur, maar als je een kantoor op no-cure-no-pay basis inschakelt blijven de kosten beperkt.
Dat Aziatische hit-and-run bedrijfjes een deel van je markt afsnoepen is sowieso onvermijdelijk, ieder bedrijf heeft daar last van. Je kan dit beperken door een sterk merk op te bouwen, door in zee te gaan met grote lokale distributeurs die geen belang bij namaak hebben en de lokale kanalen kennen om dit tegen te gaan, en door producten te ontwikkelen die op het gebied van vormgeving, materialen en productietechniek zodanig kennisintensief zijn dat snel kopiëren naar het noodzakelijke kwaliteitsniveau, of kopiëren überhaupt, onmogelijk is.
Je tweede optie, snel en groot de markt op door fors te investeren in je eigen bedrijf, is niet zinvol. Je kan nooit snel genoeg je personeelsbestand, je infrastructuur en je kanalen opbouwen, hoeveel je ook investeert. Gebruikelijk is, dat je in zee gaat met een strategische partner die alles heeft wat je nodig hebt. Jíj hebt het unieke innovatieve product te bieden waarin zo’n grote partner is geïnteresseerd. Als je dat product echter niet hebt beschermt, en dus iedereen het zomaar kan namaken, is er voor die partner geen enkele reden om met jou in zee te gaan. Je ontkomt dus niet aan octrooiering.
Een succesvol bedrijf als TomTom maakt navigatiesystemen, maar dat zijn qua ontwerp en onderdelen betrekkelijk eenvoudig na te maken producten. TomTom is er echter in geslaagd om snel een sterk merk op te bouwen met een imago van kwaliteit en innovativiteit, en zo hun klanten te binden. Ze moeten wel voortdurend blijven innoveren om marktleider te blijven. Dat betekent voor hen uiteindelijk de keuze voor technisch veel ingewikkelder systemen. En ze voeren voortdurend rechtszaken tegen hun grote concurrenten (bijv. het amerikaanse Garmin).
Als het tot een slepende rechtszaak met een grote jongen komt, is als klein bedrijf de beste strategie je claim aan de grote concurrent van je tegenstander te verkopen. Die heeft immers wél de mogelijkheid zo’n rechtszaak uit te zitten en ondertussen de druk op te voeren om tot een vroegtijdige schikking te komen. Dit laatste, schikken, komt veruit het meest voor.
[9]
Kirk: “Vind je het dan in de haak dat een half continent aan aids bezwijkt maar dat een fabrikant die een goedkope kloon van een medicijn op de markt bracht naar de gevangenis moest?”
Vind jij het in de haak als ik een brood steel bij de bakker en dat geef aan een hongerige bedelaar die de normale prijs niet kan betalen ?
“Het is volslagen onzinnig om te stellen dat er zonder octrooien niet meer aan ontwikkeling zal worden gedaan. Ontwikkeling was er al vér voor de invoering van patentrecht”
Ja, in de grijze oudheid hadden nieuwe ontwikkelingen binnen een mensenleven slechts lokale impact en zat niemand elkaar in de weg. De frequentie van technologische innovaties was vroeger veel geringer dan tegenwoordig. Tegenwoordig hebben we te maken met globalisering en een wereldmarkt, en een zeer korte tijdshorizon. Om nog iets te kunnen verdienen met je idee moet je het wel beschermen. Doe je het niet dan kan je op een houtje bijten. 😉
“er zijn inmiddels zoveel geregistreerde patenten dat het godsonmogelijk is nog iets uit te vinden dat niet op een bepaalde manier één of meer patenten van anderen schendt. Ook dit remt dus de innovatie alleen maar”
Waarom ? Het betekent alleen maar dat je andere mensen moet betalen voor hun werk. Is dat zo gek ? Zodra je een eerlijke deal met de rechthebbende hebt gemaakt kan je innoveren zoveel als je wil. 😉
Juist het feit dat mensen eerlijk worden betaald voor hun intellectuele werk zorgt er voor dat ze volop bezig zijn nieuwe dingen te bedenken.
[12] De vergelijking met diefstal van een brood gaat niet op omdat bij het kopiëren van iemands idee de oorspronkelijke bedenker niets kwijt raakt. Van diefstal is dus geen sprake.
[9] Kirk, je tot slot nog dit is wel heel grappig:
“er zijn inmiddels zoveel geregistreerde patenten dat het godsonmogelijk is nog iets uit te vinden dat niet op een bepaalde manier één of meer patenten van anderen schendt. Ook dit remt dus de innovatie alleen maar”
Als je iets uitvindt dat al uitgevonden was dan voeg je toch niets toe aan de stand van de techniek en kan je toch niet van innovatie spreken? Het kan die dan ook niet remmen natuurlijk.
[10] Toch wel, ook in de vrije natuur hebben parasieten overlevingskansen. Het is ook toegelaten parasieten te bestrijden, als daar een markt voor is.
[11] Beste Peter,
Bedankt voor je inzichtelijke reactie.
Ter verduidelijking, ons product is beter en vele malen handiger vanwege slim technisch design. Iets dat moeilijk in een octrooi te beschrijven is, ben ik bang. De basisgedachte achter dit ontwerp is ook toe te passen op andere producten. Voorlopig hebben wij een uitstekend werkend prototype en verkopen wij een aantal van onze ‘apparaten’ aan een beperkt aantal betrouwbare klanten, waarmee wij onderlinge afspraken hebben gemaakt m.b.t. geheimhouding. Waterdicht is het niet, maar goed. Wij kunnen deze inkomsten goed gebruiken en kunnen ons product mooi aan de kritiek van de gebruiker toetsen. Betekent echter wel dat we redelijk moeten opschieten met onze volgende stap, namelijk de markt op. En inderdaad, hoe betrouwbaar is een investeerder. Een octrooi zou je onderhandelingspositie zeker versterken.
Blijft de vraag voor ons of een concurrent niet hetzelfde kan realiseren buiten de patentrechten om.
[3] "Het ontbreken van de bescherming van intellectueel eigendom heeft een enorme stagnerende werking op innovatie en dus op de economie"
Ik heb een keer een seminar bijgewoond met Prof. Jan Narveson die precies het tegendeel aantoonde.
Ik ga eens zoeken of ik daar nog teksten van heb, of dat Jan zelf die nog ter beschikking heeft.
[13]
Kirk: “De vergelijking met diefstal van een brood gaat niet op omdat bij het kopiëren van iemands idee de oorspronkelijke bedenker niets kwijt raakt. Van diefstal is dus geen sprake”
Sorry Kirk, dat is echt een misvatting.
Een materieel voorwerp dat economische waarde heeft, heeft dat alleen omdat er een zekere marktvraag mee kan worden bediend. Hoe groter die vraag, hoe groter de waarde.
Een idee heeft economische waarde om dezelfde reden, hoe groter de vraag naar het idee, hoe groter de waarde.
Als jouw idee wordt gejat en gekopieerd, is er bij jou minder vraag naar en neemt de waarde van je idee af. Dat verschil steekt de dief in zijn zak.
Vergeet ook niet, dat het veel tijd, geld en inspanning kost om een nieuw idee te ontwikkelen. Dat is jouw toegevoegde waarde. Iemand die je idee overneemt zonder daarvoor te betalen, steelt die toegevoegde waarde.
=======
My Uncle, the unlucky inventor
My uncle invented the burglar alarm. But somebody stole it from him.
Then he invented a cure for a disease that did not yet exist. But my aunt caught the cure and died.
Then my uncle invented a soft drink he called “4-Up”. It was not a success. He improved it and called it “5-Up”. But it was not successful either. He was working on “6-Up” when he died. He never knew how close he got to success…
[16]
Walt,
Ik krijg de indruk, dat je nog te weinig informatie hebt over de voors en tegens van wettelijke bescherming van je idee, en van de overige mogelijkheden om je nieuwe product snel en succesvol in de markt te zetten.
Ga daarom eens praten met ID-NL in Rotterdam, indertijd voortgekomen uit de Stichting Uitvinderscentrum Nederland. Zij kunnen je advies geven over de (on)mogelijkheden van wettelijke bescherming en diverse strategieën toelichten. Zij kunnen je ook aan partnerbedrijven helpen. Zie http://www.id-nl.com .
Veel succes !
[17]
Hub,
Als je een of meer onderzoeken kent die Geert’s stelling onderbouwen, dan graag !
Puur op basis van de bovenstaande argumenten zou ik zeggen dat er onder libertariërs geen verschil van mening over dit onderwerp zou hoeven bestaan. Diefstal van intellectueel eigendom is evengoed diefstal.
Is dit een serieus artikel ?
Als de octrooiwetgeving onwenselijk is en afgeschaft zou worden, zou de geneesmiddelenresearch eveneens (grotendeels) moeten worden afgeschaft en zou elk potentieel geneesmiddel zonder enig voorbehoud of onderzoek direct op zieken moeten mogen worden toegepast. De geschiedenis van de ontwikkeling van geneesmiddelen is kennelijk niet tot de schrijver doorgedrongen. Deze heeft kennelijk nooit een thalidomideslachtoffer gezien.
[21] Ieder medicijn op jezelf uitproberen , dat heet nu vrijheid.
Als je daar meer over wilt leren, dan kan ik daar trouwens een goede site over aanbevelen:
http://www.vrijspreker.nl
[21] Spynose,
het testen en registreren van medicijnen staat m.i. los van de octrooiwetgeving.
Of de medicijnen ook zonder de huidige strenge regulering veilig blijven is een andere discussie.
[23] "het testen en registreren van medicijnen staat m.i. los van de octrooiwetgeving."
Ja, natuurlijk. Het zou te gek zijn als in een libertarische wereld daar geen adequate oplossingen voor zouden komen.
Het tekent wel, dat ook in libertarische kringen nog regelmatig in de valkuil getrapt wordt dat die bescherming alleen maar van een overheid geregeld zou kunnen worden.
[20] "Diefstal van intellectueel eigendom is evengoed diefstal."
We zijn het 100% eens. En tegen diefstal zullen in de libertarische maatschappij adequate maatregelen worden genomen!
[22] Worst,
Dat is m.i. niet het punt: Had thalidomide niet iets met teratogeniteit (embryopathie) te maken ?
[23] Geert,
"het testen en registreren van medicijnen staat m.i. los van de octrooiwetgeving."
Dat is maar hoe je het bekijkt. Het staat vast, dat testen en registreren gemiddeld gauw 10 jaar duren, terwijl de octrooiperiode -meen ik- nog steeds 18 jaar bedraagt. Er blijft dus maar 8 jaar over om "de investering terug te verdienen."
M.i. is het artikel erg éénzijdig. Ongeacht, hoe men verder ook denkt over bescherming van intellectueel eigendom en octrooien, voor een beetje evenwichtige beoordeling van de octrooiwetgeving en de testperiode in de farmaceutische branche mag ik -meen ik- wel opmerken, dat deze punten een passende aandacht verdienen en niet ongenoemd blijven.
Gelul.
Midden 2005 ontving ik uit handen van een "veredelde postduif" (beter bekend als deurwaarder) een dagvaarding van een groot bedrijf uit de VS.
Dat bedrijf begon een bodem procedure tegen mijn bedrijf i.v.m. vermeend misbruik van het merken recht.
Ik stond in mijn recht doch heb de zaak moeten schikken door gebrek aan financiele middelen…….
[24] Hub,
Het karakteristieke van wetgeving is, dat hij ordenend werkt, althans dat is de bedoeling.
De vraag over de uitvoering van de wet is een heel andere.
[26] Octrooiperiode voor de pharmacie is 20 jaar, soms kan het met 5 jaar verlengd worden. Voordat een medicijn op de markt mag komen, ben je 10 tot 12 jaar verder.
Maar als een fabrikant de bestanddelen voor zich kan houden en aan marketing mag doen, dan heeft hij langer om de investering terug te verdienen.
Bovendien is het nu zo dat generieke medicijnen niet meer getest worden. Dat is een groot voordeel voor de concurrentie. Zonder octrooien zouden alle fabrikanten een testperiode moeten doorgaan, waardoor de lasten wat evenrediger verdeeld zijn.
"Gelul…Ik stond in mijn recht…"
Dat zeggen ze allemaal. 🙂
Comments are closed.