portemonneeHet verbaasde de Opperdienaar telkens weer hoe gemakkelijk belastingkoeien in reclame geloofden als het maar met geweld opgediend werd. Als iemand zei: “wij van WC eend adviseren WC eend”, dan werd de boodschapper met argwaan besnuffeld, zoniet ronduit weggehoond. De adverteerder wilde tenslotte zijn zakken vullen en je moest zijn advies met een korreltje zout nemen. Hij stond zichzelf te promoten. Als diezelfde persoon echter zei :”Ik heb jouw geld nodig en macht over jou, maar ik ben niet op winst belust en ik wil je beschermen tegen hen die dat wel zijn”, dan was er van argwaan geen spoor te vinden en stommelden ze allemaal opgelucht naar het abattoir stamelend: ‘Pfew, ze zijn niet op winst uit en hebben het beste met ons voor. Goed uitkijken voor op winst beluste uitbuiters’. Terwijl het toch allemaal reclame was van het type :”Wij van chocopuff adviseren chocopuffs en wij van de overheid adviseren onderwerping’. Beide adverteerders beloofden meer levensgeluk voor de toehoorder. Nu was het bij chocopuffs nog mogelijk dat je humeur er eventjes van opknapte en van WC eend dat je er een schoon toilet van kreeg. Bij onderwerping wordt je echter gedwongen iets te doen. Dat moet dan iets zijn dat je liever niet doet anders was dwang niet nodig. Je weet dus van te voren dat je van gedwongen worden minder gelukkig wordt.

De Opperdienaar verblijdde zich in deze blinde vlek en besloot er zijn voordeel mee te doen. Er was een lange voorbereiding voor nodig geweest om zo ver te komen. Winst en sparen moesten als iets slechts worden neergezet en verlies en schulden maken als iets goeds. Denkers als Marx hadden de weg bereid door winst gelijk te stellen aan diefstal en Maynard Keynes had sparen ‘oppotten’ genoemd en gesproken van ‘de paradox van vlijt’ en het geheel behangen met formules omdat de exacte wetenschappen nu eenmaal geloofwaardigheid genoten. Hard werken, sparen en meer waarde afleveren dan je verbruikte (winst) was tot iets slechts geworden en luieren, uitgeven, verlies maken en lenen tot iets goeds. Het was ook verplichtte kost in de economie schoolboekjes. Tot schrik van de Opperdienaar hadden veel mensen ”Atlas in staking” gelezen. Daarin nam de onderdaan genaamd John Galt dit luier advies over en gooide hij het bijltje er bij neer. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, het prijzen van parasitair gedrag was alleen bedoeld om de heerser zijn geweten te sussen, maar niet bedoeld voor consumptie. In de praktijk was gelukkig gebleken dat de lezers van dit boek ijverig bleven doorploeteren voor hun uitbuiters en zelfs neerkeken op mensen die dit niet meer deden.

De Opperdienaar was er zich ook van bewust dat dit niet altijd zou blijven werken. Hoeveel dwang en dreiging je ook oplegde om ‘solidariteit tussen onderdanen tot stand te brengen’ en hoeveel geld je ze afnam om ze ’te beschermen tegen uitbuiters’, je zou altijd last blijven hebben van notoire zelfuitgevers die door de mazen van de wet glipten en naar eigen inzicht hun geld uitgaven. Hij zou een inkeerregeling kunnen instellen voor deze zondaars, met strenge straffen en een laatste mogelijkheid om hun inhalige zondigheid onder ogen te zien. Hij kon in donkere steegjes van duistere figuren CD’s met namen en adressen van zelfuitgevers kopen, maar voor de meest utopische zelfuitgevers zou dit toch niet werken. Hoe dat soort inhalige types zichzelf ’s ochtends in de spiegel konden kijken was de Opperdienaar een raadsel en hij verkneukelde zich bij de gedachte aan het triljoenen budget dat hij kon uitgegeven als hij aan de macht was.

“Je kunt veel ‘maatregelen’ nemen, maar zelfuitgeving is een vergrijp dat je waarschijnlijk altijd wel in enige mate zult blijven zien, het is de oudste ondeugd ter wereld. De mens is zondig, asociaal, inhalig en hebberig en komt niet vanzelf tot het inzicht dat hij al zijn geld aan mij moet geven.” dacht de Opperdienaar. Het kon zijn dat de utopische zelfuitgevers in verwarring kwamen doordat ze moeite hadden met iets begrijpen wat op het eerste gezicht inconsistent leek. Het was echter heel simpel: je eigen geld uitgeven is slecht en geld van anderen uitgeven is goed. Je mag het alleen niet stelen van mensen die het zelf ook gestolen hebben. Onderdanen moesten eigenlijk helemaal niets uitgeven.

Misschien dat het uniform weer terug moest komen. Als de onderdaan dan in een winkel iemand meende te zien zelfuitgeven, kon hij gelijk aan het uniform zien of het een held was die hij moest eren  of een zondaar die hij moest aangeven. Nu moest de onderdaan toch altijd even vragen:”geeft u uw eigen geld uit of dat van iemand anders?”

5 REACTIES

  1. Heb je al een opiniestuk naar de Volkskrant gestuurd? De Partij Van De Slavernij moet de gemiddelde ‘progressieve’ lezer daar toch zeer aanspreken.

    Persoonlijk vind ik de zin (stond ergens anders; vrije kwoot) “Alles dat niet verboden is moet verplicht worden gesteld” erg fraai. Is dat niet de wat de NL politiek al jaren nastreeft?

    pcrs [4] reageerde op deze reactie.

  2. @Bon Vivant [1]: Nee, dat Heb ik nog niet geprobeerd. Ik vermoed dat de toon nog niet goed genoeg is voor acceptatie.

    @Overnight [2]: Goed boek Freakonomics, Economics in one lesson ook, dus die combinatie klinkt goed. Leuk idee een boekje, ik heb een idee voor een roman, maar mijn schrijverskwaliteiten moeten denk ik nog wat aangescherpt worden.

    @Paul Martens [3]: Typisch een staaltje Orwelliaanse newspeak waar je nu nog om kunt lachen, maar wat tot je schrik over een paar jaar opeens algemeen geaccepteerd zou kunnen zijn.

Comments are closed.